Piepend zit mevrouw Jurrens voor me. Haar ogen kijken me onrustig aan. Vlassig haar, diepe groeven rond haar mond en de geur van tabak om haar heen. Ze verdwijnt bijna in haar grote trenchcoat en wijde spijkerbroek. In haar hand heeft ze een plastic tas, hierin bewaart ze haar medicijnen. Die gebruikt ze eigenlijk nooit want die dingen werken toch niet. Anders zou ze hier niet zitten. Ze gaat liever niet naar de dokter. ‘Rookt u?’ vraag ik terwijl ik de saturatiemeter op haar geelverkleurde vinger zet. ‘Nou… vandaag… even... niet,’ antwoordt ze puffend. Ondertussen pak ik de voorzetkamer en de medicijnen. Ze neemt een paar diepe halen. Dat lucht op. Vandaag werken de medicijnen dan toch een beetje. Met een recept in haar hand loopt mevrouw Jurrens naar buiten. Ik zie haar morgen weer terug. …