In deze casus beschrijven wij een cliënt die een beroep doet op de Ziektewet voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering én die tegelijkertijd een letselschadeclaim indient bij een private verzekeraar. Wij doen dat vanuit de twee verschillende invalshoeken van de verzekeringsgeneeskunde, de publieke en de private. De beoordeling van het recht op compensatie kent grote verschillen tussen deze beide uitvoeringspraktijken. Dit hangt onder meer samen met het feit dat de sociale verzekeringen vallen onder het bestuursrecht en de private verzekeringen onder het civiel recht.
Voor de dagelijkse praktijk is een belangrijk verschil dat UWV een onderzoeksplicht heeft. Dat betekent in de praktijk dat als iemand arbeidsongeschiktheid (of een andere voorziening) claimt zonder daarvoor bewijs aan te dragen, er niet zonder meer mag worden afgewezen. UWV zal altijd iets moeten ondernemen, al is het maar vragen om bewijs. Vaak wordt de onderzoeksplicht bij een arbeidsongeschiktheidsclaim ruimer opgevat. Civielrechtelijk is het adagium dat wie eist bewijst. Enige nuancering is op zijn plaats, maar in de kern geldt nog steeds dat wie stelt schade opgelopen te hebben en daarvoor een letselschadeclaim indient, dit met bewijs zal moeten onderbouwen.