Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:

01-12-2016 | Klinisch redeneren

Dyspneu in de palliatieve fase

Auteurs: Annelies Epping, Sander De Hosson

Gepubliceerd in: Nursing | Uitgave 12/2016

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Dyspneu komt veel voor in de palliatieve fase van hartfalen, COPD en kanker. Het komt voor bij 35% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase, bij 94% van de patiënten met een gevorderd stadium van COPD en bij 72% van de patiënten met een gevorderd stadium van hartfalen.1 Dyspneu heeft een grote invloed op de kwaliteit van leven en gaat bijna altijd gepaard met angst. Ernstige benauwdheid is niet alleen voor de patiënt een angstige ervaring, maar ook voor zijn naasten.
De richtlijn Dyspneu in de palliatieve fase is herzien en in januari 2016 definitief gepubliceerd en te raadplegen op www.pallialine.nl. Inhoudelijk zijn er geen grote wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van de richtlijn; de procedure van de ontwikkeling van de richtlijnen en het format zijn gewijzigd met als doel de implementatie van de richtlijn te ondersteunen.
Dit artikel gaat inhoudelijk in op het symptoom dyspneu in de palliatieve fase en de aanpassingen in de nieuwe richtlijn over onder meer de (niet-)medicamenteuze symptomatische behandeling die evidence-based is uitgewerkt.
Literatuur
2.
go back to reference Aardweg JG van den. 4 soorten dyspneu. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5415.PubMed Aardweg JG van den. 4 soorten dyspneu. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5415.PubMed
3.
go back to reference Parshall MB, Schwartzstein RM, Adams L, et al. An of_ cial American Thoracic Society statement: update on the mechanisms, assessment, and management of dyspnea. Am J Respir Crit Care Med. 2012;185(4):435–52.CrossRefPubMed Parshall MB, Schwartzstein RM, Adams L, et al. An of_ cial American Thoracic Society statement: update on the mechanisms, assessment, and management of dyspnea. Am J Respir Crit Care Med. 2012;185(4):435–52.CrossRefPubMed
4.
go back to reference Peuter S de, Diest I van, Lemaigre V, Verleden G, Demedts M, Bergh O van den. Dyspnea: the role of psychological processes. Clin Psychol Rev. 2004;24:557–81.CrossRefPubMed Peuter S de, Diest I van, Lemaigre V, Verleden G, Demedts M, Bergh O van den. Dyspnea: the role of psychological processes. Clin Psychol Rev. 2004;24:557–81.CrossRefPubMed
5.
go back to reference Hosson SM de, Graeff A de, Netters FJS, Verhagen CAHHVM (Red). Probleemgeoriënteerd denken in de palliatieve zorg. Een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek. Utrecht: De Tijdstroom Uitgeverij; 2012. Hosson SM de, Graeff A de, Netters FJS, Verhagen CAHHVM (Red). Probleemgeoriënteerd denken in de palliatieve zorg. Een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek. Utrecht: De Tijdstroom Uitgeverij; 2012.
6.
go back to reference Bausewein C, Booth S, Gysels M, et al. Individual breathlessness trajectories do not match summary trajectories in advanced cancer and chronic obstructive pulmonary disease: results from a longitudinal study. Palliat Med. 2010;24:777–86.CrossRefPubMed Bausewein C, Booth S, Gysels M, et al. Individual breathlessness trajectories do not match summary trajectories in advanced cancer and chronic obstructive pulmonary disease: results from a longitudinal study. Palliat Med. 2010;24:777–86.CrossRefPubMed
Metagegevens
Titel
Dyspneu in de palliatieve fase
Auteurs
Annelies Epping
Sander De Hosson
Publicatiedatum
01-12-2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Nursing / Uitgave 12/2016
Print ISSN: 1381-5911
Elektronisch ISSN: 2468-1431
DOI
https://doi.org/10.1007/s41193-016-0209-9