TODO: Skip to main content
Top

2019 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7. De ongecompliceerde kraamperiode

Auteurs : Drs. Marianne Prins, Prof. dr. Jos van Roosmalen, Drs. Yvonne Smit, Prof. dr. Sicco Scherjon, Dr. Jeroen van Dillen

Gepubliceerd in: Praktische verloskunde

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De kraamperiode of het puerperium beslaat een periode van 6 weken na de geboorte. In die tijd vindt de ontzwangering plaats: de uterus is na 6 tot 8 weken volledig geïnvolueerd. De weefsels in het kleine bekken en de bekkenbodem hebben na 3 tot 4 maanden hun normale consistentie weer bereikt. Veel vrouwen voelen zich pas een jaar na de bevalling weer helemaal hersteld. Het woord ‘kraambed’ stamt uit de tijd dat de kraamvrouw de eerste 10 dagen na de bevalling in bed doorbracht. Dat is allang niet meer het geval. Integendeel: vroegtijdige mobilisatie van de kraamvrouw wordt algemeen als gunstig beschouwd ter preventie van trombose en bevordering van de mictie en defecatie. In dit hoofdstuk worden de processen besproken die in de kraamperiode centraal staan:
  • herstel van het lichaam naar de niet-zwangere status;
  • (op gang komen van) de lactatie;
  • aanpassing van de pasgeborene aan het extra-uteriene leven;
  • aanpassing van de ouders aan de nieuwe situatie.
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
De ongecompliceerde kraamperiode
Auteurs
Drs. Marianne Prins
Prof. dr. Jos van Roosmalen
Drs. Yvonne Smit
Prof. dr. Sicco Scherjon
Dr. Jeroen van Dillen
Copyright
2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2279-4_7