01-01-2006 | Journaal
De hulpvraag bij depressie is diagnostisch
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 1/2006
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Patiënten kunnen zelf goed aangeven of zij depressief zijn. Daarbij willen zij het liefst gewoon praten met een huisarts die naar hen luistert. In Nieuw-Zeeland vulden 936 patiënten in de wachtkamer een screeningslijst in. 1 De Composite International Diagnostic Interview (CIDI) vormde de gouden standaard. De prevalentie van depressie was 5%. Naast twee vragen over de aanwezigheid van depressieve stemming en interesseverlies, vroegen de onderzoekers of de patiënten hier hulp voor wilden. Patiënten die naast minimaal één van de depressievragen ook de hulpvraag met ‘ja’ beantwoordden, hadden vaker een depressie dan patiënten zonder deze hulpvraag. De specificiteit steeg van 78% naar 89%, het aantal fout-positieve uitkomsten nam dus af.