Inleiding
De bloedstolling is een belangrijk verdedigingsmechanisme van het lichaam. Bloedstolling voorkomt bloedverlies en verhindert het binnendringen van micro-organismen bij beschadigingen van huid en slijmvliezen. Bloedstolling binnen het vaatstelsel levert echter gevaar op als daardoor bloedvaten worden afgesloten. Antistollingsmiddelen worden gebruikt om een dreigende inwendige stolling te voorkomen of, als de stolling reeds is opgetreden, die te behandelen. Antistollingsmiddelen worden vooral gebruikt bij het voorkomen en behandelen van trombose. Bij trombose zit er een bloedstolsel in de bloedvaten. Deze middelen worden ook gebruikt om een volgend hartinfarct of een volgende beroerte te voorkomen bij patiënten die daardoor al eens zijn getroffen. In dit hoofdstuk wordt verder uitgelegd op welke wijze de bloedstolling plaatsvindt en hoe antistollingsmiddelen daarop ingrijpen.