Top

Gepubliceerd in:

01-10-2005 | Artikelen

De biologie van het geheugen

Auteur: Arjan Blokland

Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 5/2005

Abstract

Het geheugen is een essentiële cognitieve functie, die ons in staat stelt in een dynamische wereld te kunnen functioneren. Cognitief onderzoek heeft aangetoond dat er verschillende vormen van geheugen zijn. Bovendien zijn er verschillende processen in het geheugen: verwerken van informatie, opslag van informatie en ophalen van informatie. De laatste decennia is duidelijk geworden dat meerdere neurotransmitters betrokken zijn bij het geheugen. Er zijn aanwijzingen dat de verschillende aspecten van het geheugen een eigen biologisch substraat hebben. Wellicht dat in de toekomst voor afzonderlijke geheugenproblemen een passende behandeling kan worden geboden.

vorige artikel Het brein en het zielenleven ’ bespiegelingen van een orthodoxe dualist

volgende artikel Stressverwerking door het mannelijke en het vrouwelijke brein

Baddeley, A.D., Kopelman, M.D. & Wilson, B.A. (2003). The handbook of memory disorders. John Wiley & Sons, Chichester.

Bartus, R.T., Dean, R.L., Beer, B. & Lippa, A.S. (1982). The cholinergic hypothesis of geriatric memory dysfunction. Science, 217, 408-417.

Bliss, T.V. & Lomo, T. (1973). Long-lasting potentiation of synaptic transmission in the dentate area of the anaesthetized rabbit following stimulation of the perforant path. J. Physiol., 232, 331-356.

Blokland, A., Schreiber, R. & Prickaerts, J. (in press). Improving memory: a role for phosphodiesterases. Curr. Pharmaceut. Design.

Cahill, L., Prins, B., Weber, M. & McGaugh, J.L. (1994). ?-Adrenergic activation and memory for emotional events. Nature, 371, 702-704.

Danysz, W. (2002). CX-516 Cortex pharmaceuticals. Curr. Opin. Investig. Drugs, 3, 1081-1088.

Drachman, D.A. & Leavitt, J. (1974). Human memory and the cholinergic system: a relationship to aging? Arch. Neurol., 30, 113-121.

Ebert, U. & Kirch, W. (1998). Scopolamine model of dementia: electroencephalogram findings and cognitive performance. Eur. J. Clin. Invest., 28, 944-949.

Giacobini, E. & Becker, R. (1994) Alzheimer disease: therapeutic strategies. Birkhäuser, Boston.

Gong, B., Vitolo, O., Trinchese, F., Liu, S., Shelanski, M.L. & Arancio, O. (2003). Long-lasting reversal of deficits in long-term potentiation and memory by the phosphodiesterase inhibitor rolipram in a mouse model of Alzheimer disease. Soc. Neurosci. Abstr., 201.20.

Hebb, D.O. (1949). The organization of behavior: A neuropsychological theory. Wiley, New York.

Heilman, K.M. & Valenstein, E. (2003). Clinical Neuropsychology. Oxford University Press, Oxford.

Marie, R.M. & Defer, G.L. (2003). Working memory and dopamine: clinical and experimental clues. Curr. Opin. Neurol., 16 Suppl 2, S29-35.

Messier, C. (2004). Glucose improvement of memory: a review. Eur. J. Pharmacol., 490, 33-57.

Milner, B. (1972). Disorders of learning and memory after temporal lobe lesions in man. Clin. Neurosurg., 19, 421-446.

Myhrer, T. (2003). Neurotransmitter systems involved in learning and memory in the rat: a meta-analysis based on studies of four behavioral tasks. Brain Res. Rev., 41, 268-287.

Palmer, G.C. (2001). Neuroprotection by nmda receptor antagonists in a variety of neuropathologies. Curr. Drug Targets, 2, 241-271.

Passani, M.B., Bacciottini, L., Mannaioni, P.F. & Blandina, P. (2000). Central histaminergic system and cognition. Neurosci. Biobehav. Rev., 24, 107-113.

Prickaerts, J., Sik, A., Van Der Staay, F.J., De Vente, J. & Blokland, A. (2005). Dissociable effects of acetylcholinesterase inhibitors and phosphodiesterase type 5 inhibitors on object recognition memory: acquisition versus consolidation. Psychopharmacology, 177, 381-390.

Prickaerts, J., Sik, A., van Staveren, W.C., Koopmans, G., Steinbusch, H.W., van der Staay, F.J., de Vente, J. & Blokland, A. (2004). Phosphodiesterase type 5 inhibition improves early memory consolidation of object information. Neurochem. Int., 45, 915-928.

Prickaerts, J. & Steckler, T. (2005). Effects of glucocorticoids on emotion and memory processes in animals. In: Steckler, T., Kalin, N. & Reul. J.M.H.M. (eds.), Handbook of stress and the brain (359-386). Amsterdam: Elsevier.

Riedel, W.J., Klaassen, T., Deutz, N.E., van Someren, A. & van Praag, H.M. (1999). Tryptophan depletion in normal volunteers produces selective impairment in memory consolidation. Psychopharmacology, 141, 362-369.

Schmahmann, J.D. (2004). Disorders of the cerebellum: ataxia, dysmetria of thought, and the cerebellar cognitive affective syndrome. J. Neuropsychiatry Clin. Neurosci., 16, 367-378.

Squire, L.R. (2004). Memory systems of the brain: a brief history and current perspective. Neurobiol. Learn. Mem., 82, 171-177.

Vizi, E.S. & Kiss, J.P. (1998). Neurochemistry and pharmacology of the major hippocampal transmitter systems: synaptic and nonsynaptic interactions. Hippocampus, 8, 566-607.

Titel: De biologie van het geheugen
Auteur: Arjan Blokland
Publicatiedatum: 01-10-2005
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Neuropraxis / Uitgave 5/2005
Print ISSN: 1387-5817
Elektronisch ISSN: 1876-5785
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03079057

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Abstract

Log in om toegang te krijgen

Andere artikelen Uitgave 5/2005

Stressverwerking door het mannelijke en het vrouwelijke brein

Hoe weet ik wat jij zojuist deed? Over spiegelneuronen en inzichten uit psychologisch onderzoek naar imitatie

Het brein en het zielenleven ’ bespiegelingen van een orthodoxe dualist

Woorden vooraf

Artikelen

Wat gebeurt er in het hoofdje van een baby? Over hersenontwikkeling en intelligentie