Skip to main content
Top

2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk

DE BEGELEIDINGSSTRUCTUUR

Auteurs : Maria van Holten, Rietje van Vliet

Gepubliceerd in: Projectonderwijs in het hbo

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

In het eerste jaar van de opleiding Technische Bedrijfskunde krijgen de studenten de opdracht de bedrijfsprocessen van de dealerorganisatie Vierwielenzorg te analyseren. Het is een geconstrueerde opdracht waaraan de projectontwikkelaars veel informatie hebben toegevoegd over de context van de fictieve opdrachtgever. In de handleiding is bijvoorbeeld een plattegrond van het magazijn opgenomen en de studenten kunnen er de uitkomsten in nalezen van een pareto-analyse van voorraadverschillen.

Het project duurt acht weken. Op woensdag zijn de formele contactmomenten met de docent gepland, waarvoor een aanwezigheidsplicht geldt. De opleiding noemt dit beoordelingsmomenten. Op vrijdag staan er informele groepsbijeenkomsten ingeroosterd, die studenten zelf kunnen invullen met projectactiviteiten.

In week 1 is de kick-off bijeenkomst. In week 2 krijgen studenten feedback op de samenwerkingsovereenkomst. In week 3 is de feedback gericht op het plan van aanpak dat ze inmiddels hebben opgesteld. In week 6 krijgen ze feedback op het concepteindverslag en in week 8 is de eindpresentatie.

Het succes van een project als de Vierwielenzorg staat of valt met een goed ontwikkelde projectopdracht, een goede handleiding en goede begeleiding. Een duidelijke en informatieve projecthandleiding neemt de projectbegeleiding veel werk uit handen (zie hoofdstuk 8), maar maakt de projectbegeleiding beslist niet overbodig. In het voorbeeld wordt zichtbaar hoe strak die begeleiding voor de eerstejaarsstudenten nog is.

Metagegevens
Titel
DE BEGELEIDINGSSTRUCTUUR
Auteurs
Maria van Holten
Rietje van Vliet
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8148-7_5