Skip to main content
Toggle hoofdstuk navigatie Onderzoek en behandeling van sportblessures van de onderste extremiteit Onderzoek en behandeling van sportblessures van de onderste extremiteit
  1. Voorwerk
  2. 1. Een 48-jarige man met een forse zwelling in de linker trochantermajorregio na een val van een paard
  3. 2. Persisterende pijn in de adductorenregio bij een 15-jarige jongen, ontstaan door een trauma tijdens voetbal
  4. 3. Geleidelijk optredende heuppijn bij een 41-jarige tennisser
  5. 4. Acute pijn in de linkerlies bij een nog zeer actieve 69-jarige tennisspeler
  6. 5. Chronische pijn ter hoogte van de adductoren van het linkerbovenbeen bij een zeer getalenteerde 18-jarige hockeyer
  7. 6. Acuut begonnen pijn in het rechterbovenbeen bij een 27-jarige voetballer, met zesmaal een recidief in de daaropvolgende 16 maanden
  8. 6a. Addendum: spierruptuur
  9. 7. Laterale bekken- en bovenbeenpijn links bij een 43-jarige vrouw, optredend tijdens hardlopen
  10. 8. Acute pijn en zwelling van de linkerknie bij een 15-jarige balletdanseres, nadat zij ‘door de knie was gezakt’
  11. 9. Een 25-jarige voetballer met een – volgens MRI-onderzoek – partiële ruptuur van de voorste kruisband
  12. 9a. Addendum: plyometrie
  13. 10. Geleidelijk ontstane laterale kniepijn bij een 14-jarige sportieve jongen
  14. 11. Een 28-jarige voetballer met een geblokkeerde knie na een torsietrauma
  15. 12. Een 18-jarige voetballer met laterale kuitpijn
  16. 13. Lokale pijn en zwelling van de tibia bij een 32-jarige marathonloper
  17. 14. Geleidelijk ontstane linkszijdige posterieure voetpijn bij een 12-jarige voetballer
  18. 15. Chronische klachten van beide achillespezen bij een zeer sportieve 56-jarige vrouw
  19. 16. Persisterende pijn na een rechtszijdige enkeldistorsie bij een 30-jarige voetballer
  20. 17. Persisterende pijn aan de posterieure zijde van de voet na een plantairflexie-inversietrauma van de voet bij een 24-jarige voetballer
  21. 18. Recidiverende pijn in de linkervoet bij een 7-jarige jongen, ontstaan tijdens voetbal
  22. Nawerk
Figures
Top
Gepubliceerd in:

2012 | OriginalPaper | Hoofdstuk

5. Chronische pijn ter hoogte van de adductoren van het linkerbovenbeen bij een zeer getalenteerde 18-jarige hockeyer

Auteur : Dos Winkel

Gepubliceerd in: Onderzoek en behandeling van sportblessures van de onderste extremiteit

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

Tijdens de training van de spelersselectie van het Nederlandse hockeyelftal kreeg een zeer beloftevolle 18-jarige hockeyer een bal keihard tegen zijn linkerbovenbeen ter hoogte van de adductoren. Ondanks direct koelen met een ijspakking was verder spelen onmogelijk. De volgende ochtend kon de patiënt nauwelijks zijn bed uit komen vanwege pijn en stijfheid. Inmiddels was er een groot hematoom zichtbaar over een lengte van ongeveer 15 cm. Hij meldde zich direct telefonisch bij de fysiotherapeut van zijn club, waar hij die middag onderzocht en behandeld werd.
Tijdens de training van de spelersselectie van het Nederlandse hockeyelftal kreeg een zeer beloftevolle 18-jarige hockeyer een bal keihard tegen zijn linkerbovenbeen ter hoogte van de adductoren. Ondanks direct koelen met een ijspakking was verder spelen onmogelijk. De volgende ochtend kon de patiënt nauwelijks zijn bed uit komen vanwege pijn en stijfheid. Inmiddels was er een groot hematoom zichtbaar over een lengte van ongeveer 15 cm. Hij meldde zich direct telefonisch bij de fysiotherapeut van zijn club, waar hij die middag onderzocht en behandeld werd.
De behandeling bestond uit warmte, massage en ultrageluid. Tijdens de eerste week van de behandeling was er eigenlijk niet veel verbetering. De aangedane plek was uitgesproken warm, rood en gezwollen en alle bewegingen van het been waren zeer pijnlijk. Na tien dagen namen vooral de zwelling en de pijn iets af, maar de klachten bleven uitgesproken invaliderend. Twee weken na het trauma werd de clubarts ingeschakeld. Deze schreef een NSAID voor. Hierdoor leken de klachten toch wel te verminderen en de bewegingen van heup en knie waren een maand na het trauma weer zo goed als normaal mogelijk. Van (hard)lopen was nog geen sprake. Ondertussen werd de fysiotherapie geïntensiveerd: dagelijkse massages en rekkingsoefeningen.
Toen de patiënt echter drie maanden posttraumatisch nog altijd niet kon trainen, werd een second opinion gevraagd.

Status praesens

In rust en tijdens dagelijkse bezigheden heeft patiënt geen pijn. Pijn ontstaat tijdens hardlopen.

Inspectie

Ter hoogte van het midden van het mediale aspect van het linkerbovenbeen is een duidelijke zwelling zichtbaar in vergelijking met het gezonde rechterbeen. Van roodheid is geen sprake (meer).

Algemene palpatie

De zwelling is niet warm, voelt vast aan en doet in eerste instantie denken aan een georganiseerd oud hematoom.

Functieonderzoek

Er is geen enkele beperking (meer) van de heup- en kniefuncties.
Gezien de voorgeschiedenis denk ik in de eerste plaats aan een beginnende myositis ossificans. Mogelijk werd deze verergerd door de massage en de behandeling met ultrageluid. Bij een verdenking van deze aandoening is het raadzaam zeer terughoudend te zijn met elke vorm van mechanische behandeling. Het geven van een ontstekingswerend middel (niet-steroïdaal antiflogisticum) is wel toegestaan. Het is raadzaam om röntgenonderzoek te verrichten om te zien of er al beginnende botvorming in de spieren te zien is.
Interpretatie

Aanvullend onderzoek

De volgende dag worden röntgenfoto’s gemaakt. Hierop zijn (nog) geen afwijkingen te zien.
Voorlopige diagnose
Myositis ossificans traumatica.1

Therapie

Helaas bestaat er geen behandeling die het proces van een myositis ossificans uitgesproken gunstig kan beïnvloeden. Elke vorm van mechanische therapie moet als een contra-indicatie worden beschouwd. Het beste kan men een afwachtende houding aannemen en hopen dat het proces zich redelijk snel stabiliseert, waarna genezing zeer geleidelijk kan plaatsvinden. De meeste patiënten zijn na een periode van ongeveer twee jaar klachtenvrij.
Aangezien de negatieve röntgenfoto’s niet betekenen dat er geen sprake is van een myositis ossificans, moet op basis van de anamnese deze diagnose toch worden aangenomen.
Patiënt is natuurlijk niet blij met dit nieuws en ziet vooral zijn sportcarrière in duigen vallen. We proberen hem ervan te overtuigen dat er momenteel helaas (nog) geen effectieve therapie voor deze aandoening bestaat en dat hij vooral geduld moet hebben en moet proberen op geleide van pijn heel voorzichtig zijn spierkracht te onderhouden en zo mogelijk wat op te voeren. Massage en rekkingsoefeningen zijn uit den boze.
Follow-up
Drie maanden later wordt bij controleröntgenonderzoek toch een zachte schaduw in de spier gezien, een diffuse neerslag van bot. Tot een harde ‘beenschaal’ komt het niet. Na ongeveer vijftien maanden kan de patiënt zijn trainingen geleidelijk hervatten en twee jaar na het trauma speelt hij zijn eerste interlandwedstrijd.

Onze productaanbevelingen

BSL Fysiotherapeut Totaal

Zoekt u casuïstiek over nekklachten of wilt u meer weten over lage rugpijn? Met dit online abonnement kunt u uw vakkennis optimaal bijhouden en uitbreiden. U krijgt toegang tot een groot aantal fysiotherapieboeken en geaccrediteerde online nascholing, zoals e-learnings en web-tv's.


BSL Academy Fysiotherapie

BSL Academy Fysiotherapie Plus

Toon meer producten
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
Voetnoten
1
Uitgebreide informatie over dit onderwerp is te vinden in een eerdere uitgave van Orthopedische Casuïstiek: Onderzoek en behandeling van elleboog en onderarm, hoofdstuk 12a .
 
Metagegevens
Titel
Chronische pijn ter hoogte van de adductoren van het linkerbovenbeen bij een zeer getalenteerde 18-jarige hockeyer
Auteur
Dos Winkel
Copyright
2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9191-2_5