Samenvatting
Chronische diarree wordt meestal gedefinieerd als een meer dan twee tot vier weken bestaand defecatiepatroon gekenmerkt door de productie van dunne ontlasting met een frequentie van meer dan driemaal per dag. Deze definitie kan bij jonge kinderen problemen geven. Gezonde borstgevoede zuigelingen kunnen immers ook frequent dunne ontlasting hebben. Ook bij gezonde peuters duidt het hebben van meer dan driemaal daags zachte tot ongebonden ontlasting niet zonder meer op pathologie. De aanwezigheid van herkenbare voedselresten (‘onverteerde resten’) is op die leeftijd normaal; deze wordt verklaard door de combinatie van inefficiënt kauwen en snelle darmpassage. Diarree ontstaat door toename van de ongebonden waterfractie tot boven 70-75 procent. Bij verder gezonde jonge kinderen is dat nogal snel het geval. Voordat aan pathologie wordt gedacht, moeten dan ook andere factoren bij de beoordeling worden betrokken, zoals verandering van het defecatiepatroon, de aanwezigheid van bloed, pus of slijm en het volume van de ontlasting.