Samenvatting
In dit hoofdstuk leer je hoe je de fase van de casusconceptualisatie kunt vormgeven. De verschillende methoden en technieken die je in deze fase inzet worden eerst in algemene zin besproken. Vervolgens wordt voor iedere cluster C-persoonlijkheidsstoornis beschreven hoe de casusconceptualisatie vormgegeven wordt. Iedere persoonlijkheidsstoornis heeft specifieke uitdagingen. Zo is het bij de Afhankelijke- en Vermijdende-persoonlijkheidsstoornis belangrijk om ook het Boze Kind toe te voegen aan het modusmodel, zelfs als de cliënt boosheid niet lijkt te herkennen. Ook wordt het verschil tussen de Willoos Inschikkelijke en het Afhankelijke Kind besproken, evenals het verschil tussen de Veeleisende kant en de Perfectionistische Overcontroleerder.