Skip to main content
Top

2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6 Bouw en functie van perifere lymfoïde organen

Auteur : Proe. dr. F.G.M. Kroese

Gepubliceerd in: Immunologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Het verworven immuunsysteem heeft de beschikking over onnoemelijk veel verschillende specifieke T- en B-lymfocyten, elk met een unieke en specifieke antigeenreceptor, om alle mogelijke micro-organismen die het lichaam bedreigen te kunnen herkennen en aan te pakken. Omgekeerd betekent dit ook dat er maar zeer weinig specifieke lymfocyten zijn die een bepaalde bacterie of virus zullen kúnnen herkennen. In hoofdstuk 4 hebben we gezien hoe tijdens de vorming van lymfocyten de antigeenreceptor na herschikkingprocessen tot expressie wordt gebracht. Deze lymfocytenvorming vindt plaats in primaire lymfoïde organen, beenmerg en thymus. Naar schatting is de frequentie van een specifieke (naïeve) B- of T-lymfocyt die een bepaald antigeen herkent minder dan 1 op de 100.000 van de totale populatie aan B- en T-lymfocyten. Voor een verworven immuunrespons is een interactie tussen antigeen enerzijds en zowel antigeenspecifieke T-lymfocyten als antigeenspecifieke B-lymfocyten anderzijds een eerste vereiste. Daarnaast is het voor veel responsen noodzakelijk dat een bepaalde antigeenspecifieke B-lymfocyt ook nog eens een interactie aangaat met een T-lymfocyt die een T-celreceptor tot expressie brengt die hetzelfde antigeen herkent. Een ander probleem voor het immuunsysteem is dat antigeen (in ieder geval aanvankelijk) in zeer geringe hoeveelheid aanwezig is en in principe ook nog eens op elke plek in het lichaam kan binnendringen. Hoe is het dan mogelijk dat die paar specifieke (naïeve) T- en B-lymfocyten elkaar én dit antigeen tegenkomen met als gevolg een immuunrespons? Het antwoord ligt in de unieke structuur en organisatie van het immuunsysteem: T- en B-lymfocyten recirculeren voortdurend via de bloedbaan en lymfevaten door het lichaam, om antigeen en elkaar te ontmoeten in secundaire lymfoïde organen: milt, lymfeklieren en slijmvliesgeassocieerde lymfoïde organen. Deze secundaire lymfoïde organen worden ook wel perifere lymfoïde organen genoemd. De B- en T-lymfocyten zijn dus voortdurend op zoek naar lichaamsvreemd materiaal: er is sprake van immuunsurveillance.
Metagegevens
Titel
6 Bouw en functie van perifere lymfoïde organen
Auteur
Proe. dr. F.G.M. Kroese
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6528-9_6