01-06-1999 | Artikelen
Bewust en onbewust geheugen bij het Korsakoff-syndroom
Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 6/1999
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Patiënt P.Z., een eminent geleerde, ontwikkelde op zijn vijfenzestigste het syndroom van Korsakoff. Hij kon geen nieuwe (verbale noch non-verbale) associaties meer leren en kon ook sommige oude herinneringen niet meer ophalen. Twee jaar voor het begin van zijn amnestisch syndroom had hij nog een autobiografisch boek geschreven. De amnesie moest bij P.Z. in een vrij kort tijdsbestek zijn ingetreden maar herinneringen uit een periode van enkele tientallen jaren hieraan voorafgaand bleken grotendeels verdwenen. Oudere herinneringen, nog van voor deze periode, waren echter wel bewaard gebleven. Gevraagd naar publicaties van bekende collega's bijvoorbeeld, kon hij zich deze in vergelijking met een even oude vakgenoot relatief beter herinneren naarmate ze langer geleden waren verschenen. Hij presteerde echter zeer slecht op publicaties van na het begin van zijn amnesie (Butters en Cermak, 1986).