01-12-2011 | Gesignaleerd
Behandeling van psychopathie: een mission impossible?
Auteur:
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in:
Psychopraktijk
|
Uitgave 6/2011
Log in om toegang te krijgen
Extract
Therapeuten zijn vaak maar weinig optimistisch over de effecten van hun behandeling van patiënten met psychopathie. Door het huidige maatschappelijke klimaat, waarin elke misstap van een tbs-er in de media breed wordt uitgemeten, durven zij bovendien nauwelijks meer enig risico te nemen. Daarmee dreigt het gevaar dat een aanzienlijk deel van deze patiënten ten onrechte op een longstay-afdeling terechtkomt. De scepsis van veel behandelaars is niet geheel onbegrijpelijk. Het staat immers nog altijd ter discussie of psychopathische patiënten eigenlijk wel behandelbaar zijn. Volgens klinisch psycholoog Uta Kröger e.a.
1 hebben behandelaars echter de maatschappelijke en ethische plicht te zoeken naar mogelijkheden om ook deze patiënten zo te behandelen dat resocialisatie met behoud van publieke veiligheid kan worden gerealiseerd. Het boek van Kröger e.a. is bedoeld voor behandelaars die hun werkwijze zoveel mogelijk willen baseren op inzichten en resultaten uit wetenschappelijk onderzoek. Het bevat hoofdstukken die theoretisch en wetenschappelijk van aard zijn en een aantal hoofdstukken over de klinische behandelpraktijk van patiënten met ernstige psychopathie. Zo wordt stilgestaan bij de historische ontwikkeling van het begrip psychopathie en de betekenis van de
Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R) voor de standaardisering en meetbaarheid van het begrip psychopathie. De auteurs maken duidelijk dat een uniform verklaringsmodel voor psychopathie vooralsnog ontbreekt. Dat komt waarschijnlijk vooral doordat de groep patiënten met psychopathie weinig homogeen is. Er lijkt een subgroep met vooral emotionele defecten (affectarm, empathieloos en bedriegend) en een sterk externaliserende subgroep (meer impulsief met een antisociale levensstijl). De effectiviteit van de behandeling van deze patiënten neemt volgens wetenschappelijk onderzoek toe wanneer wordt voldaan aan een aantal
what-works principes. Volgens deze principes dienen intensiteit en duur van de behandeling van daders afhankelijk te zijn van de hoogte van hun recidiverisico, vastgesteld op basis van gestructureerde risicotaxatie. Ook moet de behandeling zich richten op de meest relevante dynamische risicofactoren, zoals impulsiviteit, onverantwoordelijk en gewelddadig gedrag, antisociale cognities en levensstijl etc. Verder houdt een goede behandeling terdege rekening met het individuele leervermogen en de leerbehoeften van psychopathische patiënten. Zo kunnen velen maar moeilijk een therapeutische relatie aangaan, is er sprake van deficiënte (sociale) informatieverwerking en een gebrek aan motivatie. Tot slot dient men ervoor te zorgen dat de behandeling wordt uitgevoerd zoals die is bedoeld. Aan het eind van het boek wordt besproken hoe deze uitgangspunten zijn geïntegreerd in het behandelprogramma voor psychopaten in de Utrechtse Van der Hoeven Kliniek. Onderstreept wordt dat het programma een voorlopig karakter heeft en op basis van ervaring en wetenschappelijke kennis vermoedelijk regelmatig moet worden bijgesteld. …