Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

21. Antihypertensiva

Auteurs : W.J. Wiersinga, B. Schimmer, M. Levi

Gepubliceerd in: Handboek voor de coassistent

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Inleiding

Antihypertensiva zijn voornamelijk effectief om een beroerte te voorkomen, en dit geldt dus vooral voor bejaarden. Op het optreden van een hartinfarct hebben ze veel minder effect. Overigens wordt niet de hypertensie op zich behandeld, maar het risicoprofiel voor het krijgen van een hartinfarct of beroerte. Kijk dus ook naar roken, suikerziekte, cholesterol en familieanamnese. Bij een absoluut risico in tien jaar van meer dan 10% op een fatale ‘gebeurtenis’ (beroerte of myocardinfarct) is therapie bespreekbaar; bij meer dan 20% is het een must. Bij minder dan 10% tienjaarsrisico wordt niet behandeld. Zie voor het schatten van dit risico bijvoorbeeld de tabellen van de CBO-consensus (http://​www.​cbo.​nl/​thema/​Richtlijnen/​). Hoge bloeddruk is gedefinieerd als een waarde > 140/90.
Metagegevens
Titel
Antihypertensiva
Auteurs
W.J. Wiersinga
B. Schimmer
M. Levi
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9803-4_21