Skip to main content
Top

2005 | hbo | Boek

Agogiek voor gezondheidszorg en verpleegkunde

Auteurs: A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Vrij vertaald is "agogiek" het begeleiden van mensen. Verpleegkundigen hebben daar dagelijks mee te maken, vooral met andragogie: het begeleiden van volwassen mensen. Daarover was opmerkelijk genoeg nauwelijks literatuur beschikbaar voor studenten aan de hogere beroepsopleiding voor verpleegkundigen, totdat dit boek verscheen. Agogiek voor gezondheidszorg en verpleegkunde behandelt de agogiek voornamelijk op microniveau, dus met betrekking tot directe hulpverlening aan individuen en groepen. De theorie in het boek is verrijkt met cases en voorbeelden uit de gezondheidszorg, in het bijzonder uit de verpleegkundige beroepspraktijk. Hiermee maken de auteurs duidelijk hoe agogisch werk zowel curatief als preventief kan worden ingezet. Mede doordat aan elk hoofdstuk studieopdrachten zijn toegevoegd, kunnen studenten de leerstof gebruiken bij de beoordeling van hun eigen handelen. In deze vierde, herziene druk is de algehele opzet, die in de onderwijspraktijk goed blijkt te voldoen, onveranderd gebleven. Wel is de leesbaarheid verbeterd.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Agogiek, Een Begripsverheldering
Abstract
Brandweerman, prostituee, piloot en priester zijn beroepen waarvan iedereen zich een beeld kan vormen. Voor de agoog is deze brede bekendheid niet weggelegd.
A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens
2. Methodisch-Agogisch Handelen
Abstract
Van meet af aan hebben de uitgangspunten van het methodisch handelen een belangrijke plaats in het vakgebied van de agogiek ingenomen. De titels van twee standaardwerken op dit terrein zijn in deze illustratief: The planning of change van Bennis c.s. (1962) en Sociale technologie en het instrumentele aspect van agogische actie van Van Beugen (1968). In beide werken komt het methodische oftewel het planmatige karakter van het agogisch handelen uitvoerig aan de orde.
A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens
3. De Hulpverlenende Relatie
Abstract
Een momentopname van het hulpverleningscontact tussen een verpleeghuisbewoonster en een verpleegkundige-stagiaire:
A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens
4. Communicatie
Abstract
In dit hoofdstuk zullen enkele inleidende opmerkingen worden gemaakt over het verschijnsel communicatie. Tevens wordt communicatie verbijzonderd in een aantal paragrafen die handelen over een doelgerichte toepassing ervan. In hoofdstuk 5 wordt voortgeborduurd op dit thema en wordt de gespreksvoering met de individuele hulpvrager aan de hand van een specifiek model nader beschouwd.
A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens
5. Gespreksvoering Met Individuele Hulpvragers
Abstract
Als verpleegkundige voer je veel gesprekken. Sommige van die gesprekken ontstaan spontaan en zijn vaak informeel. Een praatje over het weer aan het bed van de patiënt of een discussie over het nieuws in de leefgroep. Daarnaast zijn er ook geplande, formele gesprekken die qua structuur veel meer vastliggen dan de informele spontane gesprekken. Voorbeelden zijn de gesprekken die de verpleegkundige van het consultatiebureau voert of het intakegesprek van de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige. Zowel bij een gepland als een spontaan gesprek gebruikt de verpleegkundige gespreksvaardigheden zoals:
A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens
6. Werken in en Met Groepen
Abstract
Het methodisch werken met groepen vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten. Als reactie op de filantropie, ontstaan er zelfhulpgroepen aan het begin van de twintigste eeuw. Behoefte aan wederzijdse hulp en steun maakten dat allerlei ‘lotgenoten’ elkaar opzochten. Joodse immigranten, bijvoorbeeld, stichtten joodse centra om niet langer afhankelijk te zijn van de bestaande middenklasse. In de begintijd van de zelfhulpgroepen lag het accent op recreatie en activiteiten. Rond de jaren twintig kwam de nadruk meer te liggen op de wisselwerking in de groep zelf.
A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens
7. Werken in Het Team
Abstract
Verpleegkundigen werken niet alleen met en ten behoeve van groepen, ze nemen zelf ook deel aan groepen, bijvoorbeeld in het home-, basis- of kernteam, of een multidisciplinair behandelteam. Een team is een geïntegreerd systeem van met elkaar verweven rollen, waarin de leden samenwerken en een variëteit van deskundigheid inbrengen om een probleem op een systematische wijze tegemoet te treden. De deskundigheid die de verpleegkundige inbrengt, is die van een beroepsmatige ondersteuning van de zelfzorg van cliënten.
A. Bobbink, G. Fleuren, M. C. Janssen, R. Keukens
Nawerk
Meer informatie
Titel
Agogiek voor gezondheidszorg en verpleegkunde
Auteurs
A. Bobbink
G. Fleuren
M. C. Janssen
R. Keukens
Copyright
2005
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9275-9
Print ISBN
978-90-313-4521-2
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9275-9