01-11-2005 | Tandtechniek
Afdrukken
Gepubliceerd in: Tandartspraktijk | Uitgave 11/2005
Log in om toegang te krijgenAbstract
Wanneer het over afdrukken gaat hoor je zelden een collega melding maken van problemen. Of ze nu gebruik maken van electrochirurgie of weergaloze lasertechnieken, al dan niet geð¯mpregneerde retractiedraden of hypermoderne spuitbare sulcusverbreders, het lijkt hun niet uit te maken. Ze gebruiken een grote variatie aan lepels: individuele, confectie, gesloten, geperforeerde, metalen of van plastic. Ze doen het met polyethers, wel of niet zo hydrofiele additiesiliconen, elastomeren of zelfs hydrocolloð¯den. Ze zijn dolenthousiast over hun putty's, gazen en uiterst dunne spuittips. En niemand lijkt net als ik keer op keer in angstige spanning te verkeren in de minuten voorafgaande aan het uit de mond verwijderen van de afdruklepel.Zal de afdruk goed zijn? Durf ik de afdruk, of het zelf in stone uitgegoten model en de bijbehorende gipsstompen, wel bij het laboratorium aan te bieden en te vragen om die voortreffelijk breekbare porseleinen in- of onlay, zo'n altijd geweldige kroon of schitterende brugconstructie? Zal ik de stompen onder de microscoop met een lancetmesje van een fraaie bevel moeten voorzien of staat de outline er foutloos en vooral duidelijk leesbaar in? Heb ik weten te voorkomen dat die gemene luchtbelletjes op de kauwvlakken de maximale occlusie in gips zullen frustreren? Hoe heftig zijn de toch nog te scherpe hoeken en ondersnijdingen in de afdruk weergegeven? Om niet nog ongelukkiger te worden moet ik zo nu en dan eens 'stiekem' vrijpostig in de techniekbakjes bij een 'toevallig' bezocht laboratorium kijken. Dan voel ik mij voor enige tijd weer minder eenzaam. Er zijn toch nog wel een paar collega's die het realiseren van een echt goede afdruk niet altijd even goed afgaat.En soms lukt het ook om, zonder 'stiekem' of al te vrijpostig te hoeven zijn, weer eens te ervaren dat ik niet zo'n uitzondering ben. Bijvoorbeeld door het lezen van een artikel.