Hoe is het zover gekomen en wat is het advies aan de verwijzer en de patiënt? Om inzicht te krijgen in de tandheelkundige historie schrijft de patiënt in 2013 de volgende brief, waarin hij beschrijft wat er vanaf 2006 aan zijn gebit is gesleuteld en welke plannen en liggen.
Brief van de patiënt
In verband met het consult aanstaande dinsdag 10 september 2013 lijkt het mij zinvol u vooraf kort te informeren over het met mijn tandarts overeengekomen herstelplan van mijn gebit (‘herstel 9-delige brug in eerste en tweede kwadrant’ en herstel ‘5 delige brug in derde kwadrant’, zie verder in deze brief) en de daarbij ontstane complicaties.
Mei 2006 – plaatsing 5-delige brug van 2.4 t/m 2.8
Na drie maanden ontstonden er in augustus 2006 ernstige pijnklachten in de 2.8, die werden verholpen. (Omdat de oorspronkelijke 2.7 in mei 2006 was verwijderd, wordt de 2.8 in deze brief in het vervolg de 2.7 genoemd).
Ernstiger waren de pijnklachten aan de 2.5 die begin 2010 ontstonden. Na enkele maanden werd duidelijk dat de 2.5 niet meer te redden was, omdat de brug ter plekke niet had aangesloten en dus lekte. De kaakchirurg verwijderde de 2.5 en de brug rustte toen nog maar op twee pijlers (2.7 en 2.4).
Reeds na enkele weken ontstonden ernstige pijnklachten aan de 2.7. In juni verwijderde de kaakchirurg de 2.7 en adviseerde drie implantaten te laten aanbrengen, hetgeen inmiddels (november 2010) is geschied (door kaakchirurg X.).
November 2006 – plaatsing 9-delige brug van 1 .6 t/m 2.3
In november 2006 is deze brug geplaatst. In januari 2008 had ik ernstige pijnklachten aan de 1.3. De kaakchirurg verrichtte een apexresectie, hetgeen hielp.
In september 2012 kreeg ik ernstige pijnklachten aan de 1.6. In feite is toen ‘de bal echt gaan rollen’.
Mijn tandarts achtte een wortelkanaalbehandeling noodzakelijk; omdat hij dit soort behandelingen niet zelf doet, verwees hij me naar de Kliniek voor Endodontologie in Rotterdam. Het uiteindelijke advies was de verwijdering van de 1.6, doch bij het onderzoek was ook gebleken dat de brugdelen 1,3 en 1,5 verdacht waren. (Zie brief van de Kliniek van 14 november 2012.)
De door mijn tandarts losgezaagde 1.6 is door de kaakchirurg in maart 2013 verwijderd. Na genezing van de wond hebben mijn tandarts en ik een herstelbehandelplan besproken – waar ik later in deze brief op in zal gaan.
In dat kader heeft hij op 29 augustus 2013 de brugdelen 1.3 t/m 1.5 losgezaagd van de toen nog 8-delige brug 1.2 t/m 2.3. de gevolgen waren desastreus en volgens zijn diagnose zijn de 1.3 en de afgebroken 1.5 niet meer bruikbaar.
Na van de schrik te zijn bekomen heb ik mijn tandarts per e-mail op 1 september voorgesteld een nieuwe brug te installeren op de nog vier bruikbare pijlers de elementen 1.4,1.2,2.2 en 2.3. Hij ziet deze oplossing echter niet zitten en ik heb derhalve aangedrongen op een second opinion bij de Kliniek in Rotterdam, welk onderzoek nu plaatsvindt op 10 september.
Uiteraard wacht ik de resultaten in spanning af en hoop ik dat de door mij voorgestelde brug 1.4 t/m 2.3 mogelijk en verantwoord is.
Voor de volledigheid vermeld ik verder nog dat ik in mei j.l. een ontsteking heb gehad bij de 2.3.
Juli 2007 – 5(!)-delige brug 3.4 t/m 3.7 en 3-delige brug 4.4 t/m 4.6
De ‘brug’ 4.4 t/m 4.6 (deze wortels zijn nog aanwezig) geeft tot op heden geen problemen.
Echter, de na verwijdering van de 3.6 aangebrachte brug 3.4 t/m 3.7 geeft vanaf het begin problemen, namelijk vage pijnklachten bij de 3.5. Mijn tandarts constateerde zelf dat de wortel bloot lag en adviseerde mij deze goed schoon te houden en bracht nog een beschermende vulling aan.
Inmiddels ben ik twee apexresecties aan dit element verder (uitgevoerd in november 2010 en oktober 2012) en het voelt nog steeds niet normaal; ik ben hiervoor nog onder controle van de kaakchirurg.
Verder is door de tandarts naar wie mijn tandarts mij in september 2012 doorverwees, geconstateerd dat het brugdeel 3.7 niet aansluit op het onderliggende element. Op 29 augustus heeft mijn tandarts aan de voorzijde van dit element een vulling aangebracht.
In het kader van het overeengekomen herstelbehandelplan is afgesproken dat deze brug door mijn tandarts zal worden vervangen. Ik vrees, hopelijk ten onrechte, wat zal worden aangetroffen na verwijdering van deze brug (zijn de 3.5 en 3.7 nog goed?).
Oktober 2007 – twee 3-delige bruggen 3.1 t/m 3.3 en 4.1 t/m 4.3
De onderliggende wortels zijn nog alle intact; wel heb ik vanaf het begin vaak een vreemd gevoel bij de 3.2. Verder is bij de 3.3 in oktober 2007 een week na plaatsing van de brug een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd. Ook deze situatie baart mij zorgen.
Het in juni 2013 overeengekomen herstelbehandelplan
In juni 2013 hebben mijn tandarts en ik naar aanleiding van het advies van de Kliniek voor Endodontologie indringend gesproken over de door mij ondervonden ellende de afgelopen jaren en wat nu te doen staat om de functionaliteit van mijn gebit te redden.
Mijn tandarts accepteerde zijn verantwoordelijkheid volledig en stelde onder meer dat het zijn professionele eer was om de functies van de oorspronkelijke 9-delige brug (1.6 t/m 2.2) en de 5-delige brug (3.4 t/m 3.7) te herstellen en hij zou conform het advies van de Kliniek beginnen met de 9-delige brug, hetgeen op 29 augustus jl. derhalve geschiedde, met de reeds genoemde gevolgen.
Samenvattend en verzoek om advies
1.
ex-9-delige brug: moeten de 1.5 en 1.3 worden verwijderd en is de 2.3 nog goed? En wat is de meest duurzame oplossing voor functieherstel?
2.
Brug 3.4 t/m 3.7: zijn de 3.5 en 3.7 nog goed?
3.
Is er iets aan de hand met de 3.3?
Gaarne uw advies in deze.
De heer X te S.