Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de aandoeningen van de speekselklieren besproken. In het eerste gedeelte gaat het over de onderzoeksmethoden. Anamnese en klinisch onderzoek zijn nog steeds de voornaamste pijlers van de diagnostiek van speekselklieraandoeningen. Beeldvormende diagnostiek, cytologisch onderzoek en in toenemende mate sialendoscopie, kunnen belangrijke aanvullende informatie geven. In de tweede paragraaf zullen de meest voorkomende aandoeningen van de grote speekselklieren worden besproken, in het bijzonder die van de gl.parotidea en de gl.submandibularis. Aandoeningen van de gl.sublingualis en van de kleine accessoire, in het mondslijmvlies gelegen speekselkliertjes worden besproken in par. 16.4.