Inleiding
We beginnen dit hoofdstuk met de aandoeningen van de bovenste luchtwegen, dat wil zeggen de mond-, neus- en keelholte en welke middelen daarbij gebruikt worden. Daarna gaan we in op het hoesten, de verschillende soorten hoest en de verschillende stoffen die bij hoestklachten gebruikt kunnen worden. Hoesten is een veelvoorkomende klacht, die zowel te maken kan hebben met de bovenste luchtwegen als met de onderste luchtwegen. Daarmee wordt dan ook de overgang gemaakt naar de aandoeningen van de onderste luchtwegen: astma en COPD en de geneesmiddelen daarbij. In de apotheek is dit een zeer belangrijke groep geneesmiddelen, omdat ze veel en vooral chronisch gebruikt worden. Van chronische gebruikers wordt vaak gedacht dat ze ‘het wel weten’, maar onderzoek leert dat ook chronische gebruikers hun geneesmiddelen nog weleens niet goed gebruiken. Bij het gebruik van deze geneesmiddelen is het daarom uiterst belangrijk dat de patiënt goed en regelmatig geïnstrueerd wordt.