2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
A2 Cellen, weefsels en organen
Auteurs : K. Kok, J. Houweling, A.C.L.M. Zuiderwijk, Y.G. van Ingen, M. Karels
Gepubliceerd in: Anatomie, fysiologie en pathologie
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
ze zijn in het bezit van een stofwisseling;
-
ze kunnen zich voortplanten.
-
atoom/element (bijvoorbeeld C = koolstof, O = zuurstof, Na = natrium);
-
scheikundige reactie (een reactie tussen positief en negatief geladen atomen);
-
molecuul (een verbinding van een aantal atomen);
-
zuur (verbinding die in water positief geladen waterstofatomen afsplitst);
-
base (stofje dat in staat is positief geladen waterstofatomen te binden);
-
pH (zuurgraad).
-
een celmembraan (celwand);
-
cytoplasma (celinhoud);
-
celorganellen (maken in het cytoplasma stofwisseling mogelijk);
-
een celkern (bevat vloeistof met kernlichaampjes en chromosomen);
-
chromosomen (de dragers van erfelijke eigenschappen).
-
dekweefsel (epitheel): zoals huid, slijmvliezen en klieren;
-
steunweefsel (bindweefsel): zoals bot, kraakbeen en bindweefsel;
-
spierweefsel;
-
zenuwweefsel: zoals hersenen, ruggenmerg en zenuwen.