Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

9 Integraal werken

Auteurs : Angèle Jonker, Wilma Spijkers, Betty van Wijngaarden

Gepubliceerd in: Kleinschalig zorgen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

  • Het dagelijks leven in ene kleinschalige woongroep lijkt zo veel mogelijk op een normaal huishouden (zie Inleiding).
  • Verzorgenden verlenen als woonbegeleiders integrale zorg: ze zijn verantwoordelijk voor de totale zorg en begeleiding aan de bewoners (zoals begeleiding en hulp bij de ADL, huishoudelijk werk, activiteiten en koken). Waar mogelijk betrekken ze zo veel mogelijk de bewoners daarbij (zie Inleiding).
  • De belangrijkste taken van verzorgenden in de integrale zorg (zie paragraaf 9.1):
    • ○ dagbesteding;
    • ○ huishouding;
    • ○ huishoudboekje bijhouden
    • ○ samen koken, samen eten;
    • ○ de was doen.
  • Om alle integrale taken op een dag georganiseerd te krijgen, is het belangrijk dat alle verzorgenden vanuit dezelfde visie werken en op dezelfde manier prioriteiten stellen (zie paragraaf 9.2).
  • Voorbeelden van werken vanuit een visie:
    • ○ welzijn gaat voor zorg;
    • ○ sfeer gaat voor taken;
    • ○ persoonlijke zorg gaat vóór huishoudelijke taken.
  • Bij het prioriteiten stellen moeten verzorgenden in het team samen afspreken wat ze als resultaat willen van de dag. Dus niet: wat moeten we allemaal doen (is een opsomming van taken). Maar wel: wat willen we vandaag gerealiseerd hebben (is denken in resultaten) (zie paragraaf 9.2).
  • Door te bedenken wat in ieder geval belangrijk is voor een bewoner, kunnen we bij drukte gemakkelijker beslissen wat we doen. We stellen onszelf dan twee vragen (zie paragraaf 9.2):
    1.
    Wat is het meest urgent? Wat moet echt nu?
     
    2.
    Wat is het meest essentieel? Wat is van belang dat ik nu doe?
     
  • Wissel actieve tijd af met voldoende rust- en herstelmomenten voor bewoners. Geef daarin het goede voorbeeld door ook zelf rustig te gaan zitten, bijvoorbeeld om de rapportages bij te werken (zie paragraaf 9.2).
  • Kloktijd: regelt afspraken waar we ons aan moeten houden. Bijvoorbeeld het tijdstip dat de kapster komt voor mevrouw Van Veen.
  • Belevingstijd: tijd waarin we genieten van de gezellige sfeer. Bijvoorbeeld als de maaltijd een halfuurtje uitloopt omdat we zo gezellig zitten.
  • Bij het plannen van de dagindeling willen we zo veel mogelijk momenten voor belevingstijd in bouwen, want dat zijn de resultaten die we willen (zie paragraaf 9.2).
Metagegevens
Titel
9 Integraal werken
Auteurs
Angèle Jonker
Wilma Spijkers
Betty van Wijngaarden
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1568-0_9