Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7 De opbouw

Auteur : Drs. A. van den Akker

Gepubliceerd in: Assisteren bij de behandeling: kroon- en brugwerk

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Een opbouw wordt gemaakt om voldoende houvast voor de kroon te verkrijgen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren en de methode is afhankelijk van de hoeveelheid tandmateriaal die resteert, de plaats in de mond en de materiaalvoorkeur van de tandarts. Zo zal een voortand meestal met composiet worden opgebouwd om donkere doorschemering van een metalen opbouw te voorkomen. Extra handelingen komen te pas. Maar ook bij het maken van de noodkroon en het definitief plaatsen van de kroon en opbouw is de procedure iets afwijkend.
Woordenlijst
corrodeert
roest
endo of endodontische behandeling
wortelkanaalbehandeling waarbij de gehele tandzenuw wordt verwijderd en de resterende pulpaholte en het wortelkanaal goed worden gereinigd en uiteindelijk worden afgesloten met een wortelkanaalvulling
ets-bondingtechniek
techniek waarbij de tand eerst met fosforzuur wordt geëtst; daarna wordt het element met water gesprayd en gedroogd en wordt (evt. na tussenkomst van een primer) een hechtlak aangebracht
ferrule
omvatting van het element
palatinaal
aan de kant van het gehemelte
parapulpaire pinnen
kleine pinnetjes die naast de pulpaholte in de tand worden geschroefd (dus niet in de zenuw of het wortelkanaal); worden gebruikt om het houvast van het vulmateriaal aan de tand te vergroten
parapulpaire stift
stift of pinnetje dat in het tandbeen naast de zenuw van een tand of kies wordt geplaatst voor extra houvast van de opbouw; intrapulpair is in het wortelkanaal, dit kan alleen als er een wortelkanaalbehandeling is gedaan
Metagegevens
Titel
7 De opbouw
Auteur
Drs. A. van den Akker
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9371-8_7