Samenvatting
Een goed functionerend immuunsysteem beschermt de mens tegen bacteriële, virale, parasitaire en schimmelinfecties. Deze bescherming is voor een groot deel gebaseerd op specifieke herkenning van de ziekteverwekker, het antigeen, door antigeenspecifieke receptoren op B- en T-lymfocyten (respectievelijk het membraangebonden immunoglobuline (SmIg) en de T-celreceptor) en door antilichamen die in grote hoeveelheden (ongeveer 10.000 moleculen per cel per seconde) door plasmacellen worden geproduceerd. Deze antilichamen zijn uitgescheiden immunoglobulinemoleculen met dezelfde basisstructuur en specificiteit als de membraangebonden immunoglobulinen op de B-lymfocyten.