Op deze plek ditmaal niet een specifiek tandheelkundig onderwerp, maar in het kader van de actuele mondiale onrust een verhandeling over wetenschap en waarheidsvinding in het algemeen. Een verhaal, dat ook de tandarts, als wetenschapper/deskundige/onderzoeker, zal aanspreken.
Nu we met de komst van een nieuwe president van de VS geconfronteerd worden met ‘alternative facts’, lijkt herdefiniëring van het begrip waarheid gewenst. Mentaliteitsverandering, ook ten opzichte van de wetenschap (met beweersels als ‘wetenschap is ook maar een mening’) daarover schreef Van den Brink (hoogleraar wijsbegeerte, VU Amsterdam) het artikel ‘Experts, toon eens wat meer zelfkritiek’ (nrc.next, 02-01-2017).
Cultuur van waarheidsvinding
Volgens Van den Brink zijn de drie belangrijkste beginselen van de Westerse cultuur van waarheidsvinding:
- Deskundigheid, waarbij ervaring een grote rol speelt (academische opleiding, praktische ervaring, verzamelde inzichten)
- Eerlijkheid, geen verschil tussen wat iemand weet/denkt of wat hij/zij naar buiten brengt
- Vrijheid, ook mogen uiten van bevindingen die aanstootgevend zijn.
Waarheidsvinding is volgens Van den Brink een culturele verworvenheid die op een lange geschiedenis berust.
‘Respect voor de feiten is dus minder vanzelfsprekend dan burgers veelal aannemen’, aldus Van den Brink.
Patiënten leggen tandarts uit wat hen mankeert
Door ingrijpende veranderingen in de samenleving is waarheidsvinding onder druk komen te staan. Vooral ontwikkeling van internet en aanverwante innovaties hebben tot een ongeselecteerde hoeveelheid informatie geleid, waaronder ‘bewijzen’ van leken. Patiënten zoeken informatie op internet op en leggen hun arts/tandarts uit wat hen mankeert. De functie van deskundigen bij het selecteren en ordenen van informatie wordt daardoor ondermijnd. ‘Bovendien’, vervolgt Van den Brink, ‘is het besef doorgedrongen dat wetenschappelijke kennis marktwaarde heeft. De academisch wereld is daar niet ongevoelig voor (….) Die meer commerciële gerichtheid maakt dat de vrijheid en onafhankelijkheid van onderzoek regelmatig ter discussie staat.’
Burgers zitten niet te wachten op wijsneuzen
Wetenschappers schieten zelf ook tekort, vindt Van den Brink. Zij kijken vaak niet verder dan hun vakgebied en geloven dat het hele leven van daaruit te begrijpen is. Burgers zitten niet te wachten op wijsneuzen die hun gelijk komen uitleggen. Daarnaast is de wetenschapper nogal eens een opportunist, die met zijn waarheden een zo groot mogelijke impact nastreeft, zoals bijvoorbeeld een hoge score op academische indexen, het opbouwen van een reputatie in de media of het behalen van commercieel succes. Opeens blijken veel deskundigen dan helemaal niet zo onbaatzuchtig te zijn.
Last but not least noemt Van den Brink gebrek aan moralisme, waarbij onderzoekers onwelgevallige inzichten van de hand wijzen. Dergelijke eenzijdigheid doet het respect voor feiten geen goed, aldus Van den Brink.
Zoeken naar de waarheid met kracht en moed verdedigen
Kortom: het afnemende respect voor feiten/deskundigen, heeft verschillende achtergronden. Enerzijds zijn er maatschappelijke tendensen die onze cultuur van waarheidsbevinding onder druk zetten, anderzijds geven wetenschappers/deskundigen te gemakkelijk aan die tendensen toe.
‘De wetenschapper/deskundige moet het zoeken naar de waarheid met kracht en moed verdedigen, maar dan moeten we ook de vraag durven stellen naar onze eigen tekortkomingen’, aldus Van den Brink.
Voer voor psychologen? Nee, voer voor elke wetenschapper/specialist/tandarts.
Bron: nrc.next, 02-01-2017