Psychische klachten vormen een belangrijke oorzaak van langdurig ziekteverzuim. Reguliere behandeling vanuit de GGZ levert niet of nauwelijks een bijdrage aan werkhervatting na ziekte. Reden voor promovenda Suzanne Lagerveld om voor haar promotieonderzoek een nieuwe therapie te ontwikkelen, en te evalueren: de werkgerichte cognitieve gedragstherapie (W-CGT).
Springer/PicScout
Kostenbesparing
Uit haar onderzoek komt naar voren dat werknemers met psychische klachten die haar werkgerichte therapie ontvingen, 65 dagen eerder terugkeerden naar het werk, zonder dat dit hun klachtenherstel belemmerde. De kostenbesparing hiervan voor een werkgever wordt geschat op ruim 4.000 euro per werknemer.
Bij Lagervelds W-CGT worden werkaspecten tijdig en systematisch in de behandeling geïntegreerd. De effecten van W-CGT werden vergeleken met reguliere therapie. Aan haar onderzoek deden 168 ziekgemelde werknemers mee die kampten met veel voorkomende psychische klachten, zoals milde depressie, angst en burn-out.
Effecten W-CGT
De effecten van W-CGT op werkhervatting waren positief onafhankelijk van de ernst van de psychische klachten. Voor mensen met een lage self-efficacy (competentiebeleving t.a.v. werkhervatting) leidde W-CGT echter niet tot snellere volledige werkhervatting. Een toename van self-efficacy en een bepaald niveau van self-efficacy bleken een belangrijke rol te spelen bij de snelheid van werkhervatting.
Gezien de positieve effecten en de relatief lage additionele uitvoeringskosten van W-CGT is deze interventie aan te bevelen voor werknemers met veel voorkomende psychische klachten. Toekomstige interventies zouden tevens gericht moeten zijn op het versterken van werkgerelateerde self-efficacy. Daarnaast kan het monitoren van self-efficacy concrete handvatten bieden voor maatwerk in de begeleiding.
Promotie Suzanne Lagerveld, Universiteit Utrecht, 2 juni 2017
Proefschrift Mastery Matters. The impact of self-efficacy and work-focused therapy on return to work among employees with common mental disor
Promotor(es) Roland BlonkWilmar Schaufeli, Veerle Brenninkmeijer
Bron: Universiteit Utrecht
Gerelateerde informatie