01-01-2016 | Onderzoek
Psittacose bij dierenverzorgers van een zoo
Gepubliceerd in: TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde | Uitgave 1/2016
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Vier (4/9; 44,4%) van de negen dierenverzorgers van de zoo van Planckendael (België) die instonden voor het onderhoud van de kooien van recent aangekomen lori’s of die werkten op de quarantaine-afdeling, maakten in mei 2014 psittacose door. De evolutie van de met ELISA bepaalde antistoffen (IgM, IgG) tegen C. psittaci was kenmerkend voor een recent doorgemaakte infectie. In de positieve vogelmengmestmonsters (4/32; 12,5%) die getest werden via PCR kwam C. psittaci voor. Hetzelfde gold voor de positieve leverweefselmonsters (6/38; 15,8%). Naast de behandeling van de vogels, de quarantaine, de desinfectie en het onderhoud van de kooien en de surveillance via PCR op vogelmest en leverweefselmonsters, berustte de preventie van deze infectie op het voorkomen van stofvorming en inademing van aerosols van excreta van de vogels. Het dragen van een FFP2-masker en het niet gebruiken van hogedrukreinigers en stofzuigers en het nat schoonmaken van de kooien droegen bij tot de indijking.