Skip to main content
Top

2021 | Boek

Productzorg voor apothekersassistenten

Auteur: Drs. Y.M. Groot-Padberg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek gaat over het beschikbaar stellen van geneesmiddelen en zelfzorgmiddelen, voorraadbeheer en logistiek. Daarbij houdt de apothekersassistent rekening met de behoeften van de patiënt, de houdbaarheid en de leveringstijd van middelen. Met theoretische kennis over het bereiden van verschillende toedieningsvormen gaat de apothekersassistent na of het geneesmiddel kan worden klaargemaakt of bereid. De apothekersassistent past daarbij richtlijnen, protocollen en vaststaande procedures toe.

Dit boek sluit naadloos aan op kerntaak 3 (Biedt productzorg) van het Kwalificatiedossier mbo Apothekersassistent. Met dit boek krijgen studenten theoretische basiskennis over verschillende toedieningsvormen, zodat zij zelfstandig producten kunnen afleveren en correcte productinformatie kunnen geven. Verdiepende kennis over het bereiden van geneesmiddelen is ondergebracht in Bereiden en aseptisch handelen (1e druk), een nieuw boek in de reeks Basiswerk AG.

Productzorg voor apothekersassistenten (5e druk) is onmisbaar als basisboek voor de opleiding tot apothekersassistent. Ook kan het boek uitstekend als naslagwerk in de praktijk worden gebruikt.

Yvonne Groot-Padberg studeerde farmacie in Amsterdam. Na het behalen van het apothekersdiploma in 1988 is zij werkzaam geweest in de farmaceutische industrie als productontwikkelaar en farmaceutisch projectleider. Sinds 2002 is zij werkzaam in het mbo-onderwijs, waar zij naast haar werk als teamleider lessen in productzorg verzorgt.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Klaarmaken van het recept
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de route van een recept in de apotheek is. Na ontvangst wordt het recept in het apotheekinformatiesysteem (AIS) ingevoerd en wordt er een etiket gemaakt. Het etiket wordt met bijhorende aanwijzingen over gebruik en bewaring op de verpakking geplakt. Voor afleveren vindt controle plaats van alle gegevens. Ook kijkt men of het geneesmiddel echt is en geen vervalsing. Om vervalsingen tegen te gaan is een Europese richtlijn opgesteld, de Falsified Medicines Directive (FMD-richtlijn).
Y. M. Groot-Padberg
2. Arbeid en milieu bij het werken in de apotheek
Samenvatting
Bij het werken in de apotheek hebben we met veel aspecten te maken. Je werkt met elektrische apparatuur en met chemische stoffen. Bij ondeskundig gebruik kunnen ongelukken gebeuren of kan schade aan de gezondheid ontstaan. In de Arbowet staan regels om de veiligheid van werknemers te waarborgen. Ook de Cao Apotheken geeft richtlijnen om de gezondheid van de medewerkers te beschermen. Om zo veilig mogelijk met schadelijke stoffen te werken, kun je verschillende maatregelen treffen. Ook is het belangrijk om het milieu te beschermen. In dit hoofdstuk leer je hoe je veilig met stoffen kunt werken en welke maatregelen genomen kunnen worden om het milieu zo min mogelijk te belasten.
Y. M. Groot-Padberg
3. Werken met procedures en protocollen
Samenvatting
Apotheken moeten bereidingen en controles van geneesmiddelen vastleggen. Om de kans op fouten zo klein mogelijk te maken wordt in iedere apotheek gewerkt met procedures en protocollen. Niet alleen voorkomt dat fouten tijdens het werk; het zorgt er ook voor dat naderhand nagegaan kan worden wat er precies gebeurd is. De Nederlandse Apotheek Norm laat zien wat in Nederland verstaan wordt onder goede farmaceutische zorg. LNA-procedures zijn richtlijnen van het Laboratorium Nederlandse Apothekers (LNA) voor alle handelingen in de apotheek. Als je wilt weten hoe je veilig om kunt gaan met bepaalde stoffen kun je hiervoor RiFaS raadplegen. Het Risico-instrument Farmaceutische Stoffen (RiFaS) adviseert hoe gezondheidsrisico’s tijdens de bereiding zo klein mogelijk kunnen blijven.
Y. M. Groot-Padberg
4. Steriel of niet steriel
Samenvatting
Overal om ons heen zijn micro-organismen (bacteriën, schimmels, gisten en virussen) aanwezig. Sommigen zijn ziekmakend. Je wilt niet dat geneesmiddelen verontreinigd zijn met deze micro-organismen. Daarom is een goede hygiëne van belang, zoals schoonmaken en handen wassen. Er zijn verschillende contaminatiebronnen. De mens is de grootste contaminatiebron: de grootste verspreider van micro-organismen. Bij sommige toedieningsvormen, zoals injecties en oogdruppels, is het extra belangrijk dat ze geen micro-organismen bevatten. Dit moeten dus steriele toedieningsvormen zijn. Er bestaan verschillende sterilisatiemethoden. Naast steriliteit worden aan deze toedieningsvormen meer eisen gesteld. Zo is de zuurgraad (pH) een belangrijke parameter.
Y. M. Groot-Padberg
5. Basishandelingen
Samenvatting
Als je in een apotheek werkt kom je dagelijks in contact met geneesmiddelen. In veel gevallen gaat het om kant-en-klare geneesmiddelen. Het zelf bereiden van geneesmiddelen uit grondstoffen gebeurt tegenwoordig alleen nog in gespecialiseerde apotheken (bereidingsapotheek) en in ziekenhuisapotheken. Maar of het nu om een kant-en-klaar geneesmiddel gaat of om een eigen bereiding: in alle gevallen moet je een aantal acties ondernemen voordat je op correcte manier kunt afleveren. Je kunt hierbij denken aan het zorgen voor de juiste hoeveelheid. Om dit te kunnen doen, heb je kennis nodig over de hulpmiddelen en gebruiksvoorwerpen, de inventaris. In elke apotheek is de nodige apparatuur aanwezig, zoals computers en een koelkast. Om een juiste hoeveelheid te krijgen kun je wegen met een weegschaal, een balans. Naast wegen kun je ook een bepaald volume afmeten met maatcilinder, pipet of spuit. Om deze handelingen goed te doen is het nodig dat je hoeveelheden kunt berekenen.
Y. M. Groot-Padberg
6. Werkzame stoffen
Samenvatting
Lucht, aarde, water: alles om ons heen bestaat uit materialen. Een materiaal is een stof of een combinatie van stoffen. Elke stof heeft kenmerkende eigenschappen. Water is vloeibaar, beton is vast bij kamertemperatuur. De woorden stof en materiaal worden vaak door elkaar gebruikt. Materialen zijn mengsels, stoffen zijn puur. Geen enkel geneesmiddel dat in de apotheek wordt verstrekt, bestaat uit één stof. Het bestaat altijd uit de werkzame stof met hulpstoffen. Zonder hulpstoffen kun je namelijk geen goede tablet maken. De werkzame stof kan in verschillende vormen voorkomen. Zo kan suiker voorkomen als poedersuiker, kristalsuiker en kandij. Ook kan een stof in verschillende fasen voorkomen: vast, vloeibaar of gasvormig. In de scheikunde onderzoeken ze alles wat met stoffen te maken heeft. Zo heet het kleinste deeltje van een stof een molecuul. Als je moleculen uit elkaar haalt krijg je atomen. De meeste geneesmiddelen zijn synthetisch: ze worden gemaakt in een chemisch proces. De structuur (hoe ze eruitzien) is bekend en goed weer te geven. Sommige stoffen worden geproduceerd door levende cellen. Dat noemen we biologicals. Deze moleculen hebben vaak een ingewikkelde structuur.
Y. M. Groot-Padberg
7. Hulpstoffen
Samenvatting
Elk geneesmiddel dat je aan een patiënt aflevert, bestaat niet alleen uit de werkzame stof. Om een goede toedieningsvorm te kunnen maken worden hulpstoffen toegevoegd. Hulpstoffen zijn – zoals de naam al aangeeft – bedoeld om te helpen het geneesmiddel in een voor de patiënt acceptabele toedieningsvorm te bereiden. Afhankelijk van hun functie zijn verschillende categorieën hulpstoffen te onderscheiden. Voor vaste toedieningsvormen heb je vulstoffen nodig, voor vloeibare toedieningsvormen oplosmiddelen. Water is het meest gebruikte oplosmiddel en wordt in verschillende kwaliteiten toegepast. Een conserveermiddel wordt toegevoegd om een product langer houdbaar te maken. De basis van huidpreparaten zijn verschillende soorten vetten en oliën.
Y. M. Groot-Padberg
8. Voor toediening gereedmaken
Samenvatting
Je hebt geleerd dat de meeste apotheken niet meer zelf bereiden uit grondstoffen. Toch worden er nog aanpassingen aan geneesmiddelen gedaan om het gebruik zo eenvoudig mogelijk te maken. Dit heet ‘voor toediening gereedmaken’ en ‘het aanpassen van handelspreparaten’. Voor toediening gereedmaken is het gereedmaken van een geneesmiddel voor gebruik zodat de juiste dosis toegediend kan worden. Het aanmaken van een antibioticumdrank is een voorbeeld van voor toediening gereedmaken (VTGM). VTGM kan zowel voor niet-steriele als voor steriele geneesmiddelen. In het laatste geval worden hoge eisen gesteld aan de ruimte en het personeel. Je moet ervoor zorgen dat je zo steriel mogelijk (aseptisch) werkt. Bij het aanpassen van handelspreparaten worden wijzigingen aan een product gedaan om het makkelijker toe te kunnen dienen aan een patiënt, bijvoorbeeld door het laten oplossen van een tablet. Dit heet van vast naar vloeibaar.
Y. M. Groot-Padberg
9. Poedermengsels, capsules en tabletten
Samenvatting
De meeste geneesmiddelen zijn vaste toedieningsvormen, namelijk tabletten of capsules. Vaste toedieningsvormen kennen namelijk verschillende voordelen. Zo zijn ze nauwkeurig te doseren, vaak lang houdbaar, gemakkelijk te distribueren en op te slaan en ook voor de patiënt gemakkelijk mee en in te nemen. Tabletten en capsules worden gemaakt uit een poedermengsel. Dit poedermengsel moet bepaalde eigenschappen hebben om goed verwerkt te kunnen worden. Belangrijke poedereigenschappen zijn onder andere de grootte van de deeltjes, de fijnheidsgraad, of het geneesmiddel goed gemengd is, de homogeniteit, of het poeder goed uitgevuld kan worden en de stromingseigenschappen. Tabletten worden gemaakt door het mengsel in vormen te persen. Capsules, gemaakt van gelatine, worden geopend, gevuld en weer gesloten.
Y. M. Groot-Padberg
10. Rectale toedieningsvormen
Samenvatting
Sommige geneesmiddelen worden rectaal (via de anus) toegediend. Dit hoofdstuk gaat over vaste toedieningsvormen zoals zetpillen en oplossingen of vloeistoffen voor rectaal gebruik zoals klysma’s. Zetpillen bestaan voor het grootste gedeelte uit vast vet, adeps solidus. Het geneesmiddel wordt gemengd met deze basis. In het lichaam smelt het vet en komt het geneesmiddel vrij. Zetpillen worden afgeleverd in kunststof zetpilstrips. Klysma’s worden verpakt in klysmaflacons met een spuit. Deze spuit wordt een canule genoemd. Een canule vergemakkelijkt het toedienen.
Y. M. Groot-Padberg
11. Vloeibare toedieningsvormen
Samenvatting
Soms is het handig of noodzakelijk om het geneesmiddel in vloeibare vorm beschikbaar te hebben, bijvoorbeeld voor kinderen of voor toediening in oog, oor of neus. Maar ook voor behandeling van de (hoofd)huid kan het handig zijn om een geneesmiddel in een vloeibare vorm aan te kunnen brengen. In vloeibare toedieningsvormen kan het geneesmiddel opgelost of fijn verdeeld zijn. Dat laatste heet een dispersie. Dispersies kunnen mengsels zijn van een vaste stof in een vloeistof: een suspensie, of van een vloeistof verdeeld in een vloeistof: een emulsie.
Y. M. Groot-Padberg
12. Dermatica
Samenvatting
Dermatica zijn toedieningsvormen die worden toegepast op de huid of op de slijmvliezen, meestal voor een plaatselijk effect, bijvoorbeeld voor de behandeling van jeuk, eczeem of infectie. Er bestaan verschillende soorten dermatica. Smeerbaar zoals zalven, gels en crèmes, maar ook vloeibare dermatologische preparaten en strooipoeders. Preparaten met water bevatten dikwijls een conserveermiddel om de houdbaarheid te verbeteren. Dermatica worden bij voorkeur verpakt in een tube. Het FNA heeft voorschriften voor verschillende basiscrèmes en zalven zonder werkzame stof, de indifferente bases.
Y. M. Groot-Padberg
13. Houdbaarheid algemeen
Samenvatting
De meeste producten kun je niet onbeperkt bewaren. Aan sommige producten kun je zien of ruiken dat het niet goed meer is. Maar dat is niet altijd het geval. Bij het bewaren van geneesmiddelen treden er veranderingen op die kunnen leiden tot het niet meer goed zijn van het product. Veranderingen in het product kunnen veroorzaakt worden door veranderingen in de werkzame stof, het eindproduct of door micro-organismen. We spreken dan van chemische houdbaarheid, fysische houdbaarheid en microbiologische houdbaarheid. Alle geneesmiddelen hebben daarom een houdbaarheidsdatum. De houdbaarheidsdatum is op elke geneesmiddelverpakking aangegeven. Je vindt deze op de zijkant van het doosje achter de aanduiding ‘exp’, met een code voor meestal de maand en het jaar. Exp betekent expiratiedatum = houdbaarheidsdatum. Soms moeten geneesmiddelen bij een bepaalde temperatuur bewaard worden, dan heeft het geneesmiddel speciale bewaarcondities.
Y. M. Groot-Padberg
14. Ontvangen, bewaren en vervoeren
Samenvatting
De meeste geneesmiddelen die aan de patiënt afgeleverd worden, komen kant-en-klaar de apotheek binnen. Zij worden gemaakt door een geneesmiddelfabrikant, naar Nederland gehaald door een importeur en via de groothandel naar de apotheek gebracht. Vanaf het moment van binnenkomst tot aan het afleveren aan de patiënt is de apotheek verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geneesmiddelen. In de apotheek zijn er naast de ladekast verschillende bewaarplekken, zoals de koelkast en de kast voor opiumwetgeneesmiddelen, de opiumkast. De temperatuur in de koelkast wordt geregistreerd en de temperatuurregistratie wordt vastgelegd. Bij het bezorgen van geneesmiddelen moeten de bewaarcondities gehandhaafd worden. Veel geneesmiddelen worden tegenwoordig automatisch verpakt voor de patiënt. Dit kan in hoeveelheden per toedieningstijdstip (baxteren) of per herhaalrecept. Bij smart filling etiketteert de apotheek, bij central filling worden de geneesmiddelen geëtiketteerd aangeleverd.
Y. M. Groot-Padberg
15. Gebruiksadviezen
Samenvatting
Om ervoor te zorgen dat het geneesmiddel op de juiste wijze werkt in het lichaam is het belangrijk de patiënt niet alleen advies te geven over het goed bewaren van de middelen, maar ook over het juiste gebruik. Voor verschillende toedieningsvormen gelden verschillende gebruiksadviezen. Het is belangrijk dat je kunt uitleggen welke gevolgen het heeft als de patiënt de adviezen niet opvolgt. Als patiënten gaan reizen, moeten ze weten welke adviezen er dan gelden. Om goed met patiënten te communiceren moet je zowel mondelinge instructie als schriftelijke instructie geven. Mondeling is vooral belangrijk als de patiënt moeite heeft met lezen en begrijpen. Dat heet laaggeletterd.
Y. M. Groot-Padberg
16. Retourgeneesmiddelen
Samenvatting
Naast dat er in de apotheek geneesmiddelen en hulpmiddelen afgeleverd worden, wordt er regelmatig iets teruggebracht. Deze retourgeneesmiddelen worden ter vernietiging teruggenomen door de apotheek en mogen niet meer in de handel worden gebracht. De kwaliteit kan immers niet meer gegarandeerd worden zodra het middel de apotheek heeft verlaten. De stoffen zijn schadelijk voor het milieu. Daarom mogen ze niet zomaar bij het huishoudelijk afval gedaan worden. Ze worden verzameld in een afvalton en door een afvalverwerkingsbedrijf vernietigd. Ze mogen niet door de gootsteen of het toilet worden gespoeld, omdat dat schadelijk is voor de dieren en planten die in het water leven. Teruggebrachte spuiten en naalden worden in een speciale afvalbak verzameld, een naaldencontainer.
Y. M. Groot-Padberg
Nawerk
Meer informatie
Titel
Productzorg voor apothekersassistenten
Auteur
Drs. Y.M. Groot-Padberg
Copyright
2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2614-3
Print ISBN
978-90-368-2613-6
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2614-3