Gepubliceerd in:
01-09-2007 | TP selectief
Orthodontie
Gepubliceerd in:
Tandartspraktijk
|
Uitgave 9/2007
Log in om toegang te krijgen
Extract
Kaakorthopedische behandelingen met extraorale tractie of functionele apparatuur zijn voor hun succes afhankelijk van groei. Longitudinaal groeionderzoek toonde aan dat deze groei niet constant is maar met name in de onderkaak een piek kent. De timing van deze behandelingen is dan ook liefst zodanig dat net voor deze periode van de meest actieve groei wordt gestart. In het verleden heeft men getracht dit moment te bepalen aan de hand van factoren als leeftijd, lengtegroei, hormonale kenmerken als stemverandering en menarche en wisselingstadium. De voorspellende waarde hiervan was niet goed. Het gebruik van hand-polsfoto’s was vruchtbaarder, maar is de laatste jaren vervangen door het gebruik van de ‘cervical vertebral maturation index’ (CVM). De CVM is gebaseerd op veranderingen van vorm van de wervellichamen van de nekwervels die op röntgen-schedelprofielfoto’s (RSP’s) kunnen worden waargenomen. Afhankelijk van de vorm van de wervellichamen van C2, C3 en C4 worden individuen ingedeeld in de stadia Cervical Stage 1 (CS1) tot en met CS6. De piekgroei van de onderkaak treedt op tussen CS3 en CS4. …