Skip to main content
Top

2004 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Nod(ul)euze dermatosen

Auteurs : J. H. Sillevis Smitt, J. J. E. van Everdingen, Th. M. Starink, M. de Haan

Gepubliceerd in: Dermatovenereologie voor de 1e lijn

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Het anatomische substraat van nodeuze afwijkingen kan zeer verschillend zijn en variëren van een (granulomateuze) ontstekingsreactie, celwoekering, weefselvermeerdering, stapeling van stofwisselingsproducten en kyste tot corpus alienum. Wanneer er cel- of weefselvermeerdering is, spreekt men van een tumor. Deze term is echter verwarrend: men duidt er zowel zwellingen als gezwellen mee aan. Wanneer de celophoping op een ontsteking berust, spreekt men van infiltraat. De belangrijkste huidziekten waarbij nodi en noduli voorkomen, zijn naar anatomisch substraat ingedeeld in tabel 13.1. Erythema nodosum, lepra, leishmaniasis en en necrobiosis lipiodica zijn belangrijke dermatologische aandoeningen die elders niet worden behandeld en daarom hier worden besproken.

Metagegevens
Titel
Nod(ul)euze dermatosen
Auteurs
J. H. Sillevis Smitt
J. J. E. van Everdingen
Th. M. Starink
M. de Haan
Copyright
2004
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6519-7_13