De vraag naar hoger opgeleide medewerkers in de zorg stijgt. En op termijn gaan er tekorten aan personeel komen. Dat staat in het rapport ‘Arbeid in Zorg en Welzijn 2012’ dat minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn stuurden aan de Tweede Kamer. De bewindslieden laten een ArbeidsmarktEffectRapportage doen om de effecten van het regeerakkoord te doorgronden.
Het rapport ‘Arbeid in Zorg en Welzijn 2012’ is de uitkomst van het onderzoeksprogramma ’Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn’. De onderzoekers constateren drie belangrijke trends:
- nu weinig tekort aan personeel, maar die gaat er op termijn wel komen;
- in specifieke segmenten ontstaan inmiddels overschotten aan personeel;
- er ontstaat meer vraag naar hoger gekwalificeerd personeel.
Professionaliseringsslag
Op de website van V&VN staat te lezen dat de vraag naar hoger opgeleide medewerkers stijgt, vooral door de technologische ontwikkelingen en andere zorgconcepten. Vooral op hbo-niveau leidt dit mogelijk tot een toenemende vraag, maar ook binnen het mbo-segment verschuift de vraag naar een hoger niveau. Dit betekent dat in de ggz en welzijnssector niet alleen minder personeel nodig is, maar dat er ook andere eisen aan personeel worden gesteld en er een professionaliseringsslag moet plaatsvinden. Volgens de onderzoekers moet het onderwijs daarin meegaan.
Nieuwe beroepsprofielen
V&VN-voorzitter Henk Bakker reageert op de brief: ‘De uitkomsten van dit onderzoek bevestigen de uitkomsten van eerder onderzoek, onder andere van het NIVEL. De vraag naar zorg verandert en daarmee ook de mensen die deze zorg verlenen. De nieuwe beroepsprofielen voor de verpleging die dit jaar het licht zagen, leveren een belangrijke bijdrage aan de toekomst en de uitdagingen op de arbeidsmarkt in onze sector.’
AER
De ArbeidsmarktEffectRapportage zal naar verwachting in mei 2013 afgerond zijn. De rapportage wordt uitgevoerd voor de AWBZ, WMO en de jeugdzorg. De minister en staatssecretaris zullen de Tweede Kamer in mei inlichten over het arbeidsmarktbeleid dat als gevolg van de AER gevoerd zal worden.
Auteur(s): Coen Kaaij