Inleiding
Vanessa was op haar eenentwintigste al min of meer verantwoordelijk voor de verzorging van haar vader. Kort na haar dertiende verjaardag stierf haar moeder. Haar vader had dat verlies nooit echt kunnen verwerken. Het begon in eerste instantie met het ‘wegdrinken’ van het verdriet, daarna dronk hij ‘om te vergeten’. En uiteindelijk leek het erop dat hij dronk om de leegte op te vullen die in zijn leven was gekomen. Na verloop van tijd gingen de mensen er op voorhand al van uit dat hij dronken was en begonnen ze hem te mijden. Vanessa was de enige die hem steeds was blijven steunen. Een echte jeugd had ze eigenlijk niet gehad. Ze voedde haar jongere zusje op, maakte ruzie met haar vader, probeerde hem over te halen om te stoppen met drinken en had haar handen vol aan het huishouden. Vanessa was vroeg ‘volwassen’ geworden en toen ze in therapie ging, voelde ze zich wanhopig en verontwaardigd. En vervolgens voelde ze zich daar weer schuldig over.