Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

2 Longkanker

Auteurs : Dr. P. Baas, dr. J.A. Burgers

Gepubliceerd in: Het oncologie formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

  • Incidentie longkanker in Nederland is 10.000 patiënten.
  • Treedt vooral op bij rokers met COPD en ouder dan 60 jaar.
  • Het niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) komt in 70% van de gevallen voor.
  • Kleincellig carcinoom komt in 15% van de gevallen voor.
  • Bij presentatie blijkt bij 70% van de patiënten sprake van een lokaal uitgebreide of gemetastaseerde ziekte.
  • Een veranderd hoestpatroon en hemoptoë zijn de belangrijkste symptomen.
  • Histologisch onderzoek middels bronchoscopie of punctie/biopsie is de gouden standaard.
  • De vroege stadia van NSCLC kunnen behandeld worden met chirurgie, meestal gevolgd door (adjuvante) chemotherapie.
  • Lokaal uitgebreide tumoren (mediastinale lymfeklierbetrokkenheid) worden primair behandeld met chemo- en radiotherapie (gelijktijdig).
  • De vijfjaarsoverleving van de gehele groep ligt rond de 16%.
  • Bij metastasen op afstand is de standaardbehandeling chemotherapie waaraan in sommige gevallen een zogenaamde ‘targeted agent’ toegevoegd kan worden.
  • EGF-receptorremmers zoals gefitinib en erlotinib kunnen zeer goede resultaten geven wanneer bepaalde mutaties in de longtumor aangetoond zijn.
  • Het kleincellig longcarcinoom is ofwel lokaal of heeft metastasen op afstand; de eerste groep wordt standaard met gelijktijdige chemo- en radiotherapie behandeld, de andere met chemotherapie.
  • Profylactische schedelbestraling wordt aangeraden voor beide groepen patiënten wanneer er sprake is van enige tumorrespons en de performance van de patiënt het toelaat.
  • Het kleincellig longcarcinoom heeft een sterke neiging om terug te komen, ondanks een vaak zeer goede initiële respons.
  • Het maligne mesothelioom wordt vooral vastgesteld bij niet-rokende mannen met een asbestexpositie in het verleden. Zij presenteren zich veelal met pleuravocht en een verkleining van de aangedane borstkaszijde.
  • De behandeling bestaat uit het geven van chemotherapie met een platinum en pemetrexed.
Metagegevens
Titel
2 Longkanker
Auteurs
Dr. P. Baas
dr. J.A. Burgers
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8682-6_2