Inleiding
De meeste leverziekten komen aan het licht door laboratoriumonderzoek waarbij de leverwaarden worden gemeten. Verhoogde leverwaarden zoals ALAT en ASAT wijzen meestal op een ziekte van het leverparenchym, terwijl bij ziekten van de kleinere en grote galwegen een verhoogd AF en γ-GT gevonden wordt. Bij persisterende verhoogde leverwaarden (> tweemaal ULN, upper limit of normal) dient gezocht te worden naar een onderliggende leverziekte. Het spectrum aan leverziekten is breed en omvat virale ziekten, blootstelling aan toxische stoffen en medicatie, metabole ziekten, maar ook zeldzamere genetische en immunologische aandoeningen. In de algemene praktijk zullen infectieuze hepatitiden zoals hepatitis B en C het meest voorkomen, terwijl ook een niet-alcoholische vette lever bij patiënten met overgewicht steeds vaker gezien wordt. Vroege opsporing is relevant omdat een onbehandelde hepatitis leverschade in de vorm van fibrose en cirrose kan veroorzaken. De therapeutische mogelijkheden, met name voor hepatitis B en C, zijn de laatste jaren sterk toegenomen en zelfs genezing behoort tot de mogelijkheden. In het bestek van dit hoofdstuk behandelen wij de infectieuze leverziekten hepatitis A, B en C en de niet-alcoholische vette leverziekte.