Skip to main content
Top

1997 | OriginalPaper | Hoofdstuk

7. Interventie IV: Strafprocedures

Auteurs : Dr. J.D. Bosch, Drs. H.J. Ringrose

Gepubliceerd in: Mediatietherapie met ouders

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De meeste opvoeders maken veelvuldig gebruik van straf in de opvoeding (relevante informatie hierover is te vinden in Aussems & Zwaan, 1991). Toch wordt er in de meeste gedragsveranderingsprocedures allereerst voor gekozen om met positieve interventies te beginnen. Deze werkwijze biedt de grootste kans op verbetering van de verstoorde ouder-kindinteracties. De voorgaande interventies (de basisdiscriminatietraining en het gedragsveranderingsprogramma) zijn er primair op gebaseerd om - afgezien van het ontlokken van gewenst gedrag - het gewenste gedrag op een positieve manier door prijzen of door belonen, te bekrachtigen. Bovendien leren de ouders in de discriminatietraining ongewenst gedrag aan te pakken door hiermee concurrerend of tegengesteld gewenst gedrag te stimuleren of door het ongewenste gedrag te negeren en er negatieve feedback aan te geven of overcorrectie toe te passen. Deze laatste vormen van reageren kan men beschouwen als een meer positieve en milde vorm van straf.
Metagegevens
Titel
Interventie IV: Strafprocedures
Auteurs
Dr. J.D. Bosch
Drs. H.J. Ringrose
Copyright
1997
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7107-5_7