Huisartsen, wijkverpleegkundigen en andere professionals moeten gaan vaststellen welke maatschappelijke zorg iemand nodig heeft. Dat stelt de Amsterdamse wethouder Eric van der Burg (zorg, VVD) in zijn visie op de zorg die hij gisteren presenteerde. Nu is het de overheid die bepaalt of iemand recht heeft op bijvoorbeeld huishoudelijke hulp.
Dat meldt Zorgvisie. De nieuwe aanpak is volgens de wethouder klantvriendelijker, onder meer omdat patiënt en huisarts elkaar al kennen. Bovendien verwacht Van der Burg minder administratieve rompslomp en zou de zorg sneller kunnen worden geleverd. Volgens de wethouder kan de bulk van de patiënten door huisartsen en wijkverpleegkundigen worden geholpen.
De wethouder pleit in zijn brief ook voor een verschuiving van hulpverlening naar ondersteuning. Gemeente en hulpbehoevenden beschouwen zorg nu te veel als een doel op zich, in plaats van als een middel om hulpbehoevenden zoveel mogelijk zelfredzaam te laten zijn.
Hij wijst er op dat het niet zo is dat iemand die ergens aanspraak op kan maken, die zorg ook daadwerkelijk nodig heeft. Soms werken zwaardere individuele voorzieningen juist averechts voor de zelfredzaamheid, zo stelt Van der Burg.