Samenvatting
In dit hoofdstuk gaan we in op de eerste twee fasen van het methodisch verplegen: het verzamelen van gegevens en het vaststellen van verpleegkundige diagnosen. Deze twee fasen worden ook wel de diagnostische fase genoemd.
In hoofdstuk 5 zijn we uitgebreid ingegaan op observatie als methode om gegevens te verzamelen. Daar stelden we dat observatie, registratie en rapportage plaatsvinden in alle fasen van het verpleegkundig proces. In dit hoofdstuk gaan we in op het verzamelen van gegevens om verpleegkundige diagnosen vast te kunnen stellen. Naast gegevens uit observatie, verkrijg je deze gegevens vooral door gerichte vragen te stellen aan de zorgvrager en/of zijn naaste(n) tijdens een anamnesegesprek.
De verkregen gegevens zijn nodig in fase 2 van het verpleegkundig proces. Je kunt ermee vaststellen welke verpleegkundige diagnosen aan de orde zijn. In dit hoofdstuk leer je hoe je deze verpleegkundige diagnosen moet formuleren en welke stappen je moet nemen om de verpleegkundige diagnose vast te stellen.