Skip to main content
Top

2008 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Het voorkomen van kanker in de oudheid en de opvattingen over de aard van de aandoening

Auteur : Prof.dr. D. J. Th. Wagener

Gepubliceerd in: De geschiedenis van de oncologie (NTvG-editie)

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Dankzij de paleopathologie, het onderzoek van afwijkingen in menselijke en dierlijke resten uit lang vervlogen tijden, weten we dat tumoren voorkomen al zo lang er mensen en dieren bestaan. Botten zijn het beste bestand tegen verval. De eerste vormen van kanker werden dan ook aangetroffen in dierlijke botten. Moodie vond in Wyoming in de Verenigde Staten een deel van de staart van een dinosaurus. In een van de staartwervels bevindt zich een uitgroei die aan een vaattumor doet denken. Volgens Walker is het een kankergezwel, volgens Calvin Wells gaat het echter om een exostose (goedaardige botuitwas). Eenzelfde discussie speelde zich af rond een afwijking aan de schacht van het bovenbeen van de

Homo erectus

(de aapmens), vroeger

Pithecanthropus erectus

genoemd, dat in de negentiende eeuw op Java door de Nederlandse arts Dubois werd gevonden (figuur 2.1). Het gaat hier om een vondst uit prehistorische tijden (800.000 jaar geleden). Volgens Walker is de afwijking een osteosarcoom, terwijl Wells het een exostose noemt.

Metagegevens
Titel
Het voorkomen van kanker in de oudheid en de opvattingen over de aard van de aandoening
Auteur
Prof.dr. D. J. Th. Wagener
Copyright
2008
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7688-9_2