In de buurt waar ik opgroeide, stond het einde van het brandgangetje een hekje tussen de huizen. Die barrière was daar niet voor niets opgeworpen, want het steegje kwam uit op een verbindingsweg tussen twee straten. Het was nadrukkelijk niet de bedoeling dat jeugdige buurtgenoten zoals ik als ongeleide projectielen - fietsend - de wegel zouden uitschieten. De ruimte tussen hekje en het einde van het pad was echter een centimeter of zestig. Na een training van jaren, leerde je om met een snelle stuurbeweging het obstakel te passeren zonder af te stappen. Het woord bestond nog niet, maar het hekje was mijn eerste kennismaking met de - door de plaatselijke overheid georganiseerde - bemoeizorg. …