Gepubliceerd in:
2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Genetica van atherosclerose
Auteurs : Dr. P. S. Monraats, Dr. W. R. P. Agema, Prof. dr. J. W. Jukema
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Abstract
De klinische manifestaties van atherosclerose, zoals coronair vaatlijden, CVA’s en perifeer vaatlijden zijn welbekend. Coronair vaatlijden is de meest voorkomende doodsoorzaak op het westelijk halfrond, en er wordt voorspeld dat het in 2020 zelfs de grootste oorzaak van morbiditeit en mortaliteit in de gehele wereld zal zijn. Het ontstaan van de atherosclerotische plaque is een proces dat reeds vroeg in het leven begint. Dit proces wordt geïnitieerd door een chronische schade aan het endotheel. De vroege atherosclerotische laesie vertoont een langzame progressie door de vorming van een acellulaire lipidenkern onder een fibreuze kap (figuur 1). Atherosclerose wordt symptomatisch indien de plaque de doorstroming van een vat belemmert. Dit gebeurt ofwel door voortschrijdende progressie van de plaque ofwel door ruptuur, waardoor een acute arteriële trombose ontstaat, vaak leidend tot een totale occlusie van een vat en infarcering van het achter de plaque gelegen weefsel.1,2