Samenvatting
Vrijwel iedereen die te maken heeft gekregen met kanker is, in meer of mindere mate, gefocust op een eventuele terugkeer ervan. In het omgaan met die onzekerheid zijn sommige mensen meer op zoek naar geruststelling dan anderen. Factoren als persoonlijkheid, normen en waarden uit de opvoeding, copingstijl, levensvisie, sociale netwerk, daginvulling, kankersoort en eerdere ervaringen met ziekte spelen hierin mee. Om deze reden spreken we bij een sterkere gerichtheid op lichamelijke signalen eerder van een verlies van vertrouwen, bijvoorbeeld: in het eigen lichaam, in het eigen oordeelsvermogen of in zorgverleners. De huisarts kan laagdrempelig bij iedere patiënt die te maken heeft gehad met kanker uitvragen of de verhouding tot het eigen lichaam is veranderd. Er is bij verlies van vertrouwen in het lichaam of hypochondrie geen ruimte voor medicamenteuze behandeling. Werk aan vertrouwen. Zet in op voorlichting, zelfhulp en doorverwijzing.