Bij ongeveer de helft van de mensen die een beroerte krijgt, is er sprake van een lichte vorm. Maar dat wil niet zeggen dat deze mensen er geen gevolgen aan overhouden. Slechtere concentratie, problemen met het evenwicht, sneller vermoeid. Vaak zijn de klachten zo mild dat ze moeilijk vast te stellen zijn. Maar lichte evenwichtsproblemen vergroten wel het risico op valproblemen. Het Radboudumc start daarom een onderzoek naar de diagnose van lichte evenwichtsproblemen na een beroerte om betere behandeling mogelijk te maken.
Een beroerte, waarbij er iets mis gaat in de doorbloeding van de hersenen, kan ernstige gevolgen hebben. Van de 40.000 mensen in Nederland die jaarlijks een beroerte krijgt, overlijdt twintig procent binnen een jaar. Nog eens dertig procent van de patiënten houdt lichamelijke of cognitieve beperkingen over aan een beroerte. De andere helft van de beroertepatiënten lijkt geen noemenswaardige klachten te houden. Maar veel van deze patiënten merken dat het op sommige punten minder gaat: ze zijn vergeetachtiger, worden sneller moe of hebben evenwichtsproblemen. Meestal zijn de klachten zo mild, dat ze door een arts niet of nauwelijks te diagnosticeren zijn. En dus blijft behandeling uit.
Een 71-jarige man uit Elst kreeg in 2016 een beroerte. Na behandeling in het ziekenhuis voor een bloedpropje in de hersenen, brak een periode van revalidatie aan: zes weken fysiotherapie en daarna drie maanden in een revalidatiecentrum. Hij fietst nu wekelijks zonder enig probleem, maar heeft wel evenwichtsklachten in het linkerbeen. Met rechts kan hij stilstaan, met links niet. Hij is met de evenwichtsklachten bij de neuroloog geweest, maar die zegt dat hij gezond is.
Het Radboudumc is een onderzoek gestart naar de ontwikkeling van nauwkeurige methoden voor het meten van lichte evenwichtsproblemen. Jolanda Roelofs is als promovendus bij het Donders Center for Medical Neuroscience betrokken bij het project: “Om het evenwicht te meten, laten we proefpersonen op een speciale loopband verschillende testen doen waarbij ze moeten proberen om zo normaal mogelijk te blijven staan, of om een te stap zetten. Daarnaast vragen we de deelnemers om bij te houden hoe vaak ze vallen en houden we het activiteitenniveau bij met een soort stappenteller.” Willem Elbert was een van de eerste deelnemers aan het onderzoek: “Bij het onderzoek op de lopende band kwam precies aan het licht wat ik dagelijks ervaar. Dan is mijn linkervoet net te traag om te kunnen voorkomen dat ik val.”
Vivian Weerdesteyn, coördinator van het onderzoek: “Het is de bedoeling dat de diagnose van lichte evenwichtsproblemen uiteindelijk in fysiotherapiepraktijken plaats kan vinden. Steeds meer praktijken hebben al een loopband waarop we deze testen, na succesvolle afronding van dit onderzoek, kunnen toepassen. Zo kunnen we de resultaten van ons onderzoek dichter bij de zorg voor de patiënten brengen.”
Bron: Radboudumc
Beeld: Fotolia