Samenvatting
Na de behandeling van kanker kunnen patiënten kampen met cognitieve klachten, zoals vergeetachtigheid of concentratieproblemen. Dit komt zowel voor bij patiënten die chemotherapie hebben gehad als bij patiënten die andere behandelingen hebben gehad. De klachten kunnen onderdeel zijn van, of versterkt worden door, vermoeidheid, depressieve of angstklachten, maar kunnen daar ook los van staan. Er kan een verschil zijn tussen ervaren cognitieve klachten en objectief gemeten cognitieve stoornissen. Onderzoek naar ernst, prevalentie en etiologie is gaande, maar veel is nog onduidelijk. Wanneer vermoeidheid, angstklachten of depressie op de voorgrond staan, is behandeling daarvan vooropstaand. Wanneer de klachten na behandeling hiervan blijven bestaan of prominent aanwezig zijn, kan begeleiding door een ergotherapeut met ervaring in cognitieve revalidatie of een psycholoog helpend zijn. Bij cognitieve klachten die ook na het verbeteren van vermoeidheid, depressie of angstklachten blijven bestaan, kan neuropsychologisch onderzoek door een medisch psycholoog of medisch specialistische revalidatie worden overwogen.