Gepubliceerd in:
01-09-2012 | VOOR DE PRAKTIJK
Dilemma voor de verzekeringsarts: eerder oordeel wijzigen?
Auteurs:
Bert Cornelius, Lex van de Ven
Gepubliceerd in:
TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde
|
Uitgave 7/2012
Log in om toegang te krijgen
Extract
Mijnheer S. meldt zich in 1993 ziek voor zijn werk als kok door dermatitis aan beide handen. De huidklachten verbeteren gedurende het ziektewetjaar niet. Bij de WAO-beoordeling bevestigt een expertise het vermoeden dat er ook psychiatrische problematiek bestaat. Mijnheer S. heeft een persoonlijkheidsstoornis en de psychiater beschouwt de dermatitis als een nagebootste stoornis, die door obsessief-compulsieve zelfmedicatie en veelvuldig handenwassen niet geneest. Uiteindelijk wordt mijnheer S. in 1994 voor minder dan 15% arbeidsongeschikt beschouwd voor de WAO. Deze beslissing blijft in beroep gehandhaafd. In 2011 verzoekt mijnheer S. aan UWV om zijn recht op WAO te herzien, omdat hij van mening is, dat hij indertijd niet goed is beoordeeld. Het herzieningsverzoek van mijnheer S. wordt voorgelegd aan een verzekeringsarts met de vraag of mijnheer S. nieuwe feiten en/of omstandigheden aanvoert. Na uitvoerig dossieronderzoek meent de verzekeringsarts dat de heer S. geen nieuwe feiten of omstandigheden aanvoert. Zij vindt tegelijkertijd ook dat in de beoordeling van de belastbaarheid in 1994 de psychiatrische problematiek van mijnheer S. nauwelijks is betrokken. …