Op de Wetenschapspagina van het NRC Handelsblad troffen lezers enkele weken geleden een artikel van de hand van Prof. M.A.J. Eijkman: 'Buitenboordbeugel kan weer verdwijnen'.
Orthodontist Hayé Remmelink reageerde met een ingezonden brief: 'Dat mini-implantaten beter zijn voor het gebit is maar de vraag'. De discussie is geopend.
Minischroefjes
Het gaat allemaal over de vraag of minischroefjes in de kaak de buitenboordbeugel kunnen vervangen. Eijkman zette de nadelen van de buitenboordbeugel nog eens op een rij: niet altijd effectief, want wordt niet altijd gedragen; de beugel is met metaaldraadjes en elastiekjes bevestigd aan tanden en kiezen die eigenlijk al goed staan, de kracht zou een reactiekracht oproepen; aan kant van richting waar elementen naar toegetrokken worden, verdwijnt bot, dat aan 'lijzijde' weer wordt gevormd. Met schroejes, cq. botankertjes (titaniumplaatjes) zou dit alles voorkomen kunnen worden. Ook zouden de mini-implantaten, in tegenstelling tot de buitenboordbeugel) op meerdere plekken toepasbaar zijn. Het inschroeven kan onder plaatselijke verdoving gebeuren en de implantaten kunnen direct na het inschroeven worden belast. Na gebitsregulatie kunnen de implantaten vrijwel pijnloos verwijderd worden. In zijn artikel stelt Eijkman dat het idee om een extern vast punt voor de binnenbeugel te creëren al uit de jaren dertig van de vorige eeuw stamt.
Nuancering
Orthodontist Remmelink betoogt dat de buitenboordbeugel al veel ouder is: 'Al in 1880 beschrijft de Amerikaanse orthodontische pionier Norman Kingsley in een tekstboek een dergelijke beugel.' Verder maakt hij bezwaar tegen het feit dat Eijkman zich bij het schrijven van zijn artikel heeft gebaseerd op een Cochrane-interview: 'De wetenschappelijke kwaliteit van de daarin beoordeelde artikelen wordt door de reviewers als matig tot laag gekwalificeerd', aldus Remmelink en hij besluit met: 'De conclusie verdient dan ook enige nuancering en het blijft mijns inziens vooralsnog de vraag of de buitenboordbeugel in alle gevallen definitief helemaal kan verdwijnen.'
Implantologen en orthodontisten zullen met betrekking tot deze kwestie ongetwijfeld nog van zich laten horen.
Bron: NRC Handelsblad
Meer lezen in BSL Tandarts Totaal >>
'Voorlichting en advies in de tandartspraktijk' hfst. 3.8 Orthodontische behandeling, A.C. Schotsman, N.van Os
Interceptieve orthodontie, 8.5.7 Ruimtegebrek, uit: Het Tandheelkundig jaar 2014, H.J.W. Wassenberg, B. Njio,
Auteur(s): Marijke Simons