Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Bijlage 5 Vervolgingsbeleid Openbaar Ministerie

Auteurs : C. C. Beerepoot, R. N. van Donk, dr. H. E. G. M. C. Hermans, dr. J. J. M. Linders

Gepubliceerd in: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

(Staatscourant 2007, nr. 46) …
Voetnoten
1
De officier van justitie kan en mag alleen een opdracht tot een gerechtelijke sectie geven indien het vermoeden bestaat dat een strafbaar feit is gepleegd. In zaken met levensbeëindiging op verzoek zal dit slechts aan de orde zijn als reeds bij het eerste telefonisch contact met de gemeentelijk lijkschouwer duidelijk wordt dat niet is voldaan aan de zorgvuldigheidseisen. Ook in dergelijke gevallen zal een sectie alleen dan zinvol en noodzakelijk zijn als er vermoedens bestaan dat de (toediening van de) het/de euthanasiemiddel(en) onzorgvuldig is/zijn geweest. Overleg met de patholoog van het NFI lijkt gewenst omdat wellicht ook dan volstaan kan worden met een toxicologisch onderzoek.
 
2
Het is de rechter-commissaris die beslist over het sluiten van het GVO.
 
Metagegevens
Titel
Bijlage 5 Vervolgingsbeleid Openbaar Ministerie
Auteurs
C. C. Beerepoot
R. N. van Donk
dr. H. E. G. M. C. Hermans
dr. J. J. M. Linders
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8820-2_64