Inleiding
Linda maakte zich vanaf het begin van de middelbare school al zorgen over haar tweelingbroer Ron. Toen ze gingen studeren en samen een flat deelden, werd ze nog ongeruster, omdat hij elke avond uitging, zich ’s ochtends versliep, zijn colleges miste en niets van zijn leven maakte. Telkens als ze probeerde er met hem over te praten, gaf hij haar duidelijk te verstaan dat ze zijn zus was en niet zijn moeder. Als ze hem adviseerde om een afspraak te maken met een van de studentenpsychologen, werd hij woest en liep hij kwaad weg. Door op een andere manier met hem te gaan praten en te leren niet meer als zijn handlanger te fungeren, wist ze hun ruzies te beperken en de harmonie in hun relatie enigszins te herstellen. Maar ze was er nog steeds van overtuigd dat Rons alcoholgebruik meer was dan alleen maar wat ‘studentikoze lol’, zoals hij het zelf uitdrukte, en dat hij professionele hulp nodig had.