Het doel van het onderzoek was de visies en het handelen van bedrijfs- en verzekeringsartsen te inventariseren en met elkaar te vergelijken, ten aanzien van patiënten met myalgische encephalomyelitis/ chronisch vermoeidheidssyndroom (ME/CVS). De onderzoeksgroep bestond uit 110 bedrijfsartsen en 111 verzekeringsartsen. De gegevens werden via vragenlijsten verzameld. De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn dat het merendeel van de artsen vindt dat bij ME/CVS sprake is van ziekte of gebrek, en dat de helft bij deze patiënten de diagnosecode N690 hanteert. Mogelijke oorzaken worden vooral gezocht in stoornissen in energiehuishouding (vaker door de bedrijfsartsen) en ‘de psychische hoek’ (vaker door de verzekeringsartsen). Behandelingen of begeleidingsrichtingen waar de artsen dan ook het meest in zien, zijn activeren van de patiënten (vooral bedrijfsartsen) en psychologische of cognitieve gedragstherapie (vooral verzekeringsartsen). Een meerderheid van de bedrijfsartsen heeft behoefte aan een richtlijn voor sociaal-medische begeleiding van patiënten met ME/CVS; (onofficiële) richtlijnen worden op dit moment sporadisch gebruikt.Verzekeringsartsen hebben relatief minder behoefte aan een beoordelingsrichtlijn.