Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

14. Auto-immuniteit

Auteurs : C. G. M. Kallenberg, H. A. Drexhage

Gepubliceerd in: Leerboek immunologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Immunologische tolerantie voorkomt dat reactiviteit tegen autoantigenen optreedt. Immunologische tolerantie wordt zowel centraal (in thymus en beenmerg) als in perifere lymfoïde organen geïnduceerd. In dit hoofdstuk zullen eerst de mechanismen worden samengevat die ten grondslag liggen aan de totstandkoming en handhaving van immunologische tolerantie. Vervolgens wordt besproken hoe deze autotolerantie onder bepaalde condities verloren kan gaan en hoe dit leidt tot autoreactiviteit. Bij talrijke ziektebeelden lijken auto-immuunreacties een belangrijke rol te spelen. De klinische ziektebeelden (auto-immuunziekten) die het gevolg zijn van auto-immuunreacties staan centraal in dit hoofdstuk. Binnen het spectrum van auto-immuunziekten zal worden besproken of de voor de ziekte kenmerkende verschijnselen veroorzaakt worden door autoantilichamen of autoreactieve T-lymfocyten of dat ze op andere wijze ontstaan. Tot slot zullen meer in detail de pathofysiologische mechanismen worden behandeld van de verschillende groepen auto-immuunziekten.
Metagegevens
Titel
Auto-immuniteit
Auteurs
C. G. M. Kallenberg
H. A. Drexhage
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0258-1_14