Skip to main content
Top

2012 | OriginalPaper | Hoofdstuk

23 Antimicrobiële middelen

Auteur : Dr. P.M. Schneeberger

Gepubliceerd in: Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Infecties kunnen worden veroorzaakt door bacteriën, virussen, gisten en schimmels of parasieten. Dit onderscheid is van belang, omdat de keuze van de te gebruiken geneesmiddelen afhankelijk is van deze onderverdeling. Antivirale middelen hebben bijvoorbeeld geen effect op bacteriële infecties. Daarnaast worden de verschillende antimicrobiële middelen onder andere ingedeeld op grond van hun werkingsmechanisme. De belangrijkste groepen antibacteriële middelen zijn bètalactamantibiotica (waaronder de penicillinen en cefalosporinen), tetracyclinen, aminoglycosiden, macroliden, trimethoprim, chinolonen en antituberculosemiddelen. De antivirale middelen worden apart besproken. Antiparasitaire middelen en antischimmelmiddelen passen niet binnen het bestek van dit boek en worden hier niet besproken.
Metagegevens
Titel
23 Antimicrobiële middelen
Auteur
Dr. P.M. Schneeberger
Copyright
2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8993-3_23